7.1 Additionele M-functies en G38
(STOP) ingeven
Basisbegrippen
De additionele functies van de TNC – ook M-functies genoemd –
besturen
n
de programma-afloop, b.v. onderbreking van programma-afloop
n
de machinefuncties, zoals het aan- en uitzetten van de spil en het
koelmiddel
n
de baaninstelling van het gereedschap
De machinefabrikant kan additionele functies vrijgeven die
niet in dit handboek beschreven zijn. Raadpleeg uw
machinehandboek.
U kunt maximaal twee additionele M-functies aan het einde van een
positioneerregel ingeven. De TNC toont dan de dialoog:
Additionele M-functie ?
Meestal wordt in de dialoog alleen het nr. van de additionele functie
ingegeven. Bij enkele additionele functies wordt de dialoog
voortgezet, waardoor parameters voor deze functies kunnen worden
ingegeven.
In de werkstanden Handbediening en El. handwiel worden de
additionele functies via de softkey M ingegeven.
Let erop dat enkele additionele functies aan het begin van een
positioneerregel werkzaam worden, andere aan het einde ervan.
De additionele functies werken vanaf de regel, waarin ze opgeroepen
worden. Als de additionele functie niet alleen per regel werkzaam is,
wordt zij in een volgende regel of aan het einde van het programma
weer opgeheven. Enkele additionele functies gelden alleen in de
regel, waarin ze zijn opgeroepen.
Additionele functie in regel G38 ingeven
Een geprogrammeerde G38-regel onderbreekt de programma-afloop
resp. de programmatest, b.v. voor een gereedschapscontrole. In een
STOP-regel kan een additionele M-functie geprogrammeerd worden:
U U U U
Onderbreking van een pgm.-afloop programmeren:
STOP-toets indrukken
U U U U
Additionele M-functie ingeven
NC-voorbeeldregels
87 G38 M6
196
7 Programmeren: Additionele functies