Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 178

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Cirkelmiddelpunt I, J
Van cirkelbanen die met behulp van de functies G02, G03 of G05
geprogrammeerd worden, kan het middelpunt worden vastgelegd.
Daartoe
n
moeten de rechthoekige coördinaten van het cirkelmiddelpunt
ingegeven worden of
n
moet de laatst geprogrammeerde positie met G29 worden
overgenomen, of
n
moeten de coördinaten via de functie Actuele positie overnemen
worden overgenomen
Programmering
U U U U
Coördinaten voor het cirkelmiddelpunt ingeven of
Om de laatst geprogrammeerde positie over te
nemen: G29 ingeven
NC-voorbeeldregels
N50 I+25 J+25 *
of
5 CC X+25 Y+25
N20 G29 *
De programmaregels N10 en N20 hebben geen betrekking op de
afbeelding.
Geldigheid
Het cirkelmiddelpunt geldt totdat een nieuw cirkelmiddelpunt wordt
geprogrammeerd. Een cirkelmiddelpunt kan ook voor de additionele
assen U, V en W vastgelegd worden.
Cirkelmiddelpunt I, J incrementeel ingeven
Een incrementeel ingegeven coördinaat voor het cirkelmiddelpunt is
altijd gerelateerd aan de laatst geprogrammeerde
gereedschapspositie.
Met I en J wordt een positie als cirkelmiddelpunt
gekenmerkt: het gereedschap verplaatst zich niet naar
deze positie.
Het cirkelmiddelpunt is tevens de pool voor
poolcoördinaten.
Wanneer parallelle assen als pool gedefinieerd moeten
worden, drukt u eerst op toets I (J) op het ASCII-
toetsenbord en vervolgens op de oranje astoets van de
desbetreffende parallelle as.
178
Z
Y
J
6 Programmeren: Contouren programmeren
X
I

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e