10.6 Q-parameters controleren en
veranderen
Werkwijze
Q-parameters kunnen bij het maken, testen en afwerken in de
werkstanden Programmeren/bewerken, Programmatest,
Automatische programma-afloop en Programma-afloop regel voor
regel worden gecontroleerd en veranderd.
U U U U
eventueel Programma-afloop afbreken (b.v. externe STOP-toets en
softkey INTERNE STOP indrukken) resp. Programmatest stoppen
U U U U
Q-parameter-functies oproepen: toets Q resp. softkey
Q INFO in de werkstand Programmeren/bewerken
indrukken
U U U U
De TNC maakt een lijst van alle parameters en de
bijbehorende actuele waarden. Kies met de
pijltoetsen of de softkeys de gewenste parameter
voor het per bladzijde verderbladeren
U U U U
Wanneer de waarde moet worden veranderd, geef
dan een nieuwe waarde in, bevestig deze met de
toets ENT
U U U U
Wanneer de waarde niet moet worden veranderd, dan
moet de softkey ACTUELE WAARDE worden
ingedrukt of de dialoog met de toets END worden
beëindigd.
Door de TNC toegepaste parameters (parameternummers
> 100) zijn van commentaar voorzien.
432
10 Programmeren: Q-parameters