UITRUIMEN (cyclus G57)
Cyclusafloop
1 De TNC positioneert het gereedschap in het bewerkingsvlak
boven het eerste insteekpunt; daarbij houdt de TNC rekening met
de overmaat nabewerking.
2 Met de aanzet diepteverplaatsing verplaatst de TNC het
gereedschap terug naar de eerste diepte-instelling
Langs contour frezen (zie afbeelding rechtsboven):
1 Het gereedschap freest met de ingegeven aanzet langs de eerste
deelcontour; er wordt in het bewerkingsvlak rekening gehouden
met de overmaat nabewerking.
2 Verdere instellingen en deelcontouren freest de TNC op dezelfde
manier langs.
3 De TNC verplaatst het gereedschap in de spilas naar
veiligheidsafstand en vervolgens boven het eerste insteekpunt in
het bewerkingsvlak.
Kamer uitruimen (zie afbeelding rechts in het midden):
1 Bij de eerste diepte-instelling freest het gereedschap met de
freesaanzet de contour asparallel resp. onder de ingegeven
uitruimhoek.
2 Daarbij worden de eilandcontouren (hier: C/D) op
veiligheidsafstand gepasseerd.
3 Dit proces herhaalt zich, totdat de geprogrammeerde freesdiepte
is bereikt.
Let vóór het programmeren op het volgende
Met MP7420.0 en MP7420.1 wordt vastgelegd hoe de
TNC de contour bewerkt (zie „Algemene
gebruikerparameters" op bladzijde 510).
Positioneerregel op het startpunt in de spilas
(veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak)
programmeren.
Eventueel een door het midden snijdende vingerfrees
(DIN 844) gebruiken of voorboren met cyclus 21.
HEIDENHAIN iTNC 530
337