Het laatst vastgelegde referentiepunt activeren:
M104
Functie
Bij het afwerken van pallettabellen overschrijft de TNC eventueel het
laatste door u vastgelegde referentiepunt met waarden uit de
pallettabel. Met de functie M104 wordt het laatste door u vastgelegde
referentiepunt weer vastgelegd.
Werking
M104 werkt alleen in de programmaregels, waarin M104
geprogrammeerd werd.
M104 wordt werkzaam aan het einde van de regel.
Posities in het niet-gezwenkte
coördinatensysteem bij gezwenkt
bewerkingsvlak benaderen: M130
Standaardinstelling bij gezwenkt bewerkingsvlak
De TNC relateert coördinaten in positioneerregels aan het gezwenkte
coördinatensysteem.
Instelling met M130
De TNC relateert coördinaten in rechte-regels bij het actieve,
gezwenkte bewerkingsvlak aan het niet gezwenkte
coördinatensysteem.
De TNC positioneert dan het (gezwenkte) gereedschap op de
geprogrammeerde coördinaat van het niet gezwenkte systeem.
Onderstaande positieregels of bewerkingscycli worden
weer in het gezwenkte coördinatensysteem uitgevoerd.
Dit kan bij bewerkingscycli met absolute voorpositionering
tot problemen leiden.
De functie M130 is niet toegestaan wanneer de functie
Bewerkingsvlak zwenken actief is.
Werking
M130 werkt alleen in rechte-regels zonder radiuscorrectie van het
gereedschap en in de programmaregels, waarin M130
geprogrammeerd werd.
200
7 Programmeren: Additionele functies