Maximale verplaatsingsbereik bepalen en
ingeven
U U U U
Positieweergave REF kiezen.
U U U U
Gewenste positieve en negatieve eindposities van de X-, Y- en Z-as
benaderen.
U U U U
Waarden met voorteken noteren
U U U U
MOD-functie kiezen: toets MOD indrukken
U U U U
Begrenzing van het verplaatsingsbereik ingeven:
softkey EINDSCHAKELAAR indrukken. Genoteerde
waarden voor de assen als begrenzingen ingeven.
U U U U
MOD-functie verlaten: softkey EINDE indrukken.
Bij begrenzingen van verplaatsingsbereiken worden
actieve radiuscorrecties van het gereedschap niet
meeberekend.
Met begrenzingen van het verplaatsingsbereik en
software-eindschakelaars wordt rekening gehouden,
nadat de referentiepunten gepasseerd zijn.
Referentiepuntweergave
De rechtsboven op het beeldscherm getoonde waarden bepalen het
op dat moment actieve referentiepunt. Het referentiepunt kan
handmatig vastgelegd of uit de preset-tabel geactiveerd zijn. Het
referentiepunt kan niet in het beeldschermmenu worden veranderd.
De getoonde waarden zijn afhankelijk van uw
machineconfiguratie. Let op de aanwijzingen in hoofdstuk
2 (zie „Verklaringen van de in de preset-tabel opgeslagen
waarden" op bladzijde 55)
HEIDENHAIN iTNC 530
503