U U U U
Bewerkingsomvang (0/1/2) Q215:
bewerkingsomvang vastleggen:
0: voor- en nabewerken
1: alleen voorbewerken
2: alleen nabewerken
Nabewerken zijkant en nabewerken diepte is alleen
van toepassing, indien de desbetreffende overmaat
voor kantnabewerking (Q368, Q369) is vastgelegd
U U U U
Lengte van de 1e zijde Q218 (incrementeel): lengte
van de kamer, parallel aan de hoofdas van het
bewerkingsvlak
U U U U
Lengte van de 2e zijde Q219 (incrementeel): lengte
van de kamer, parallel aan de nevenas van het
bewerkingsvlak
U U U U
Hoekradius Q220: radius van de hoek van de kamer.
Wanneer deze niet ingegeven is, geeft de TNC voor
de hoekradius hetzelfde in als de
gereedschapsradius.
U U U U
Overmaat voor kantnabewerking Q368
(incrementeel): overmaat voor nabewerking in het
bewerkingsvlak
U U U U
Rotatiepositie Q224 (absoluut): hoek waarmee de
totale kamer wordt gedraaid. Het centrum van de
rotatie ligt op de positie waar het gereedschap bij de
cyclusoproep staat
U U U U
Kamerpositie Q367: positie van de kamer gerelateerd
aan de positie van het gereedschap bij de
cyclusoproep (zie afbeelding rechts in het midden):
0: Gereedschapspositie = midden van de kamer
1: Gereedschapspositie = hoek linksonder
2: Gereedschapspositie = hoek rechtsonder
3: Gereedschapspositie = hoek rechtsboven
4: Gereedschapspositie = hoek linksboven
U U U U
Aanzet frezen Q207: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij het frezen in mm/min
U U U U
Freeswijze Q351: wijze van de freesbewerking bij
M03:
+1 = meelopend frezen
–1 = tegenlopend frezen
HEIDENHAIN iTNC 530
287