Q-parameterfuncties oproepen
Tijdens het ingeven van een bewerkingsprogramma moet de toets
„Q" ingedrukt worden (op het toetsenbord voor getalingave en
askeuze onder de –/+ -toets). Dan toont de TNC onderstaande
softkeys:
Functiegroep
Wiskundige basisfuncties
Hoekfuncties
Indien/dan-beslissingen, sprongen
Overige functies
Formule direct ingeven
Functie voor het bewerken van ingewikkelde
contouren (zie „Contourformule ingeven", bladzijde
366)
HEIDENHAIN iTNC 530
Softkey
423