De TNC is nu gereed voor gebruik in de werkstand Handbediening.
Het passeren van de referentiepunten is alleen
noodzakelijk, wanneer de machine verplaatst gaat
worden. Wanneer alleen programma's bewerkt of getest
moeten worden, dan moet na het inschakelen van de
stuurspanning direct de werkstand Programmeren/
bewerken of Programmatest gekozen worden.
De referentiepunten kunnen dan alsnog gepasseerd
worden. Druk daarvoor in de werkstand Handbediening
op de softkey REF.-PNT. BENADEREN.
Referentiepunt passeren bij gezwenkt bewerkingsvlak
Het passeren van referentiepunten in het gezwenkte
coördinatensysteem is via de externe asrichtingstoetsen mogelijk.
Hiervoor moet de functie „Bewerkingsvlak zwenken" in
handbediening actief zijnzie „Handmatig zwenken activeren",
bladzijde 63. De TNC interpoleert dan bij het aanraken van een
asrichtingstoets de betreffende assen.
De NC-START-toets heeft geen functie. De TNC geeft bij het
indrukken ervan een foutmelding.
Let erop, dat de in het menu geregistreerde hoekwaarden
met de werkelijke hoeken van de zwenkas
overeenstemmen.
Uitschakelen
iTNC 530 met Windows 2000: Zie „iTNC 530
uitschakelen", bladzijde 546.
Om gegevensverlies bij het uitschakelen te voorkomen, moet het
besturingssysteem van de TNC volgens een bepaalde procedure
worden stopgezet:
U U U U
Werkstand Handbediening kiezen
U U U U
Functie voor het stopzetten kiezen en nogmaals met
de softkey JA bevestigen
U U U U
Wanneer de TNC in een apart venster de tekst U kunt
nu uitschakelen toont, mag de voedingsspanning
naar de TNC worden onderbroken
Willekeurig uitschakelen van de TNC kan gegevensverlies
veroorzaken.
HEIDENHAIN iTNC 530
47