Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 275

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

10 Vervolgens verplaatst het gereedschap tangentiaal van de contour
af, terug naar het startpunt in het bewerkingsvlak.
11 Aan het einde van de cyclus verplaatst de TNC het gereedschap in
ijlgang naar de veiligheidsafstand of – indien ingegeven – naar de
2e veiligheidsafstand
Let vóór het programmeren op het volgende
Positioneerregel op het startpunt (midden van de tap) van
het bewerkingsvlak met radiuscorrectie G40
programmeren.
De noodzakelijke verspringing voor het aan kopvlakzijde
verzinken moet vooraf worden bepaald. U moet de waarde
van het midden van de tap tot het midden van het
gereedschap (ongecorrigeerde waarde) opgeven.
De voortekens van de cyclusparameters draaddiepte,
verzinkingsdiepte resp. diepte aan kopvlakzijde bepalen de
werkrichting. De werkrichting wordt in onderstaande
volgorde bepaald:
1. Draaddiepte
2. Diepte aan kopvlakzijde
Als voor een van de diepteparameters 0 wordt gekozen,
voert de TNC deze bewerkingsstap niet uit.
Het voorteken van de cyclusparameter draaddiepte legt de
werkrichting vast.
Via machineparameter 7441 bit 2 kunt u instellen of de
TNC bij de ingave van een positieve diepte een
foutmelding moet geven (bit 2=1) of niet (bit 2=0).
Attentie: botsingsgevaar!
Houd er rekening mee dat de TNC bij een positief
ingegeven diepte de berekening van de voorpositie
omkeert. Het gereedschap verplaatst zich dus in de
gereedschapsas met ijlgang naar de veiligheidsafstand
onder het werkstukoppervlak!
HEIDENHAIN iTNC 530
275

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e