Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 215

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Automatische correctie van de
machinegeometrie bij het werken met
zwenkassen: M114 (software-optie 2)
De machinegeometrie moet door de machinefabrikant in
de machineparameters 7510 e.v. vastgelegd zijn.
Standaardinstelling
De TNC verplaatst het gereedschap naar de in het
bewerkingsprogramma vastgelegde posities. Als in het programma de
positie van een zwenkas verandert, moet de postprocessor de daaruit
voortvloeiende verstelling in de lineaire assen berekenen en in een
positioneerregel verwerken. Omdat hier ook de machinegeometrie
een rol speelt, moet voor elke machine het NC-programma separaat
worden berekend.
Instelling met M114
Wanneer in het programma de positie van een gestuurde zwenkas
verandert, dan compenseert de TNC automatisch de verstelling van
het gereedschap met een 3D-lengtecorrectie. Daar de geometrie van
de machine in machineparameters is opgeslagen, compenseert de
TNC automatisch ook machinespecifieke verstellingen. Programma's
hoeven door de postprocessor slechts eenmaal berekend te worden,
ook als zij op verschillende machines met TNC-besturing afgewerkt
worden.
Wanneer de machine geen gestuurde zwenkassen heeft (kop
handmatig te zwenken, kop wordt door de PLC gepositioneerd), dan
kan achter M114 de op dat moment geldende zwenkkoppositie
ingegeven worden (b.v. M114 B+45, Q-parameters toegestaan).
Met de radiuscorrectie van het gereedschap moet het CAD-systeem
resp. de postprocessor rekening houden. Een geprogrammeerde
radiuscorrectie G41/G42 leidt tot een foutmelding.
Als de lengtecorrectie van het gereedschap door de TNC uitgevoerd
wordt, is de geprogrammeerde aanzet gerelateerd aan de
gereedschapspunt, anders aan het referentiepunt van het
gereedschap.
Wanneer de machine een gestuurde zwenkkop heeft, kan
de programma-afloop onderbroken en de positie van de
zwenkas veranderd worden (b.v. met het handwiel).
Met de functie SPRING NAAR REGEL N kan het
bewerkingsprogramma vervolgens op de plaats waar
onderbroken werd, verdergaan. Als M114 actief is, houdt
de TNC automatisch rekening met de nieuwe
zwenkaspositie.
Om de positie van de zwenkas met het handwiel tijdens de
pgm.-afloop te veranderen, moet in combinatie met M128,
M118 toegepast worden.
HEIDENHAIN iTNC 530
B
B
Z
dx
dB
dz
X
215

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e