Willekeurig programma als onderprogramma
oproepen
U U U U
Functies voor programma-oproep kiezen: toets PGM
CALL indrukken
U U U U
Softkey PROGRAMMA indrukken
U U U U
Volledige pad van het op te roepen programma
ingeven, met END-toets bevestigen
Het opgeroepen programma moet op de harde schijf van
de TNC zijn opgeslagen.
Wanneer alleen de programmanaam ingegeven wordt,
moet het opgeroepen programma in dezelfde directory
staan als het oproepende programma.
Wanneer het opgeroepen programma niet in dezelfde
directory staat als het oproepende programma, moet het
volledige pad worden ingegeven, b.v.
TNC:\ZW35\VOORBEW\PGM1.H
Wanneer een klaartekst-dialoog-programma wordt
opgeroepen, geef dan het bestandstype .H achter de
programmanaam in.
Een willekeurig programma kan ook via cyclus G39
opgeroepen worden.
Q-parameters werken bij een % (PGM CALL) in principe
globaal. Houd er daarom rekening mee dat het wijzigen
van Q-parameters in het opgeroepen programma
eventueel ook gevolgen voor het oproepende programma
heeft.
410
9 Programmeren: onderprogramma's en herhaling van programmadelen