Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 436

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

D15: PRINT: teksten of Q-
parameterwaarden uitgeven
Data-interface instellen: bij het menupunt PRINT resp.
PRINTTEST wordt het pad vastgelegd, waaronder de TNC
de teksten of de waarden van Q-parameters moet
opslaan.zie „Toewijzing", bladzijde 483
Met de functie D15: PRINT kunnen waarden van Q-parameters en
foutmeldingen via de data-interface uitgegeven worden, b.v. naar een
printer. Wanneer de waarden intern opgeslagen of naar een andere
computer uitgegeven worden, slaat de TNC de gegevens op in het
bestand %FN15RUN.A (uitgave tijdens de programma-afloop) of in het
bestand %FN15SIM.A (uitgave tijdens de programmatests). De
uitvoer vindt gebufferd plaats en wordt uiterlijk aan het PGM-einde of
wanneer het PGM wordt gestopt, geactiveerd. In de werkstand
Programma-afloop regel voor regel start de datatransmissie aan het
regeleinde.
Dialogen en foutmeldingen uitgeven met D15: PRINT
„getalswaarde"
Getalwaarde 0 t/m 99: dialogen voor fabrikantencycli
vanaf 100:
PLC-foutmeldingen
Voorbeeld: dialoognummer 20 uitgeven
N67 D15 P01 20 *
Dialogen en Q-parameters uitgeven met D15: PRINT „Q-
parameters"
Toepassingsvoorbeeld: protocolleren van een werkstukmeting.
Er kunnen max. zes Q-parameters en getalwaarden tegelijkertijd
uitgegeven worden.
Voorbeeld: dialoog 1 en getalwaarde Q1 uitgeven
N70 D15 P01 1 P02 Q1 *
D19: PLC: waarden aan PLC doorgeven
Met de functie D19: PLC kunnen maximaal twee getalswaarden of Q-
parameters aan de PLC worden doorgegeven.
Stapgrootten en eenheden: 0,1 µm resp. 0,0001°
Voorbeeld: getalswaarde 10 (komt overeen met 1 µm resp. 0,001°)
aan de PLC doorgeven
N56 D19 P01 +10 P02 +Q3 *
436
10 Programmeren: Q-parameters

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e