SCHROEFDRAADTAPPEN SPAANBREKEN
(cyclus G209)
Machine en TNC moeten door de machinefabrikant
voorbereid zijn.
De TNC snijdt de schroefdraad in meerdere verplaatsingen naar de
ingegeven diepte. Via een parameter kan worden vastgelegd of het
gereedschap bij het spaanbreken al dan niet helemaal uit de boring
moet worden teruggetrokken.
1 De TNC positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang naar de
ingegeven veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak en
voert daar een spiloriëntatie uit
2 Het gereedschap verplaatst zich naar de ingegeven diepte-
instelling, draait de spilrotatierichting om en keert – afhankelijk van
de definitie – met een bepaalde waarde terug of wordt uit de
boring teruggetrokken, om de spanen te verwijderen
3 Vervolgens wordt de spilrotatierichting weer omgekeerd en wordt
het gereedschap naar de volgende diepte-instelling verplaatst
4 De TNC herhaalt dit proces (2 en 3), totdat de ingegeven
draaddiepte is bereikt
5 Vervolgens wordt het gereedschap naar de veiligheidsafstand
teruggetrokken. Indien een 2e veiligheidsafstand ingegeven is,
verplaatst de TNC het gereedschap met ijlgang daarheen.
6 Op veiligheidsafstand stopt de TNC de spil
Let vóór het programmeren op het volgende:
Positioneerregel op het startpunt (midden van de boring) van
het bewerkingsvlak met radiuscorrectie G40 programmeren.
Het voorteken van de parameter draaddiepte legt de
werkrichting vast.
De TNC berekent de aanzet afhankelijk van het toerental.
Wanneer tijdens het schroefdraad tappen de draaiknop voor
de toerental-override bediend wordt, dan wordt de aanzet
door de TNC automatisch aangepast.
De draaiknop voor de aanzet-override is niet actief.
Aan het einde van de cyclus staat de spil. Voor de volgende
bewerking de spil met M3 (resp. M4) weer inschakelen.
Via machineparameter 7441 bit 2 kunt u instellen of de
TNC bij de ingave van een positieve diepte een
foutmelding moet geven (bit 2=1) of niet (bit 2=0).
Attentie: botsingsgevaar!
Houd er rekening mee dat de TNC bij een positief
ingegeven diepte de berekening van de voorpositie
omkeert. Het gereedschap verplaatst zich dus in de
gereedschapsas met ijlgang naar de veiligheidsafstand
onder het werkstukoppervlak!
258
8 Programmeren: cycli