Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 364

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

8.8 SL-cycli met contourformule
Basisbegrippen
Met de SL-cycli en de contourformule kunnen ingewikkelde contouren
uit deelcontouren (kamers of eilanden) worden samengesteld. De
afzonderlijke deelcontouren (geometrische gegevens) worden als
afzonderlijke programma's ingegeven. Hierdoor kunnen alle
deelcontouren willekeurig opnieuw gebruikt worden. De TNC
berekent de totale contour uit de geselecteerde deelcontouren die via
een contourformule met elkaar gekoppeld worden.
Het geheugen voor een SL-cyclus (alle contourbeschrij-
vingsprogramma's) is tot max. 32 contouren begrensd. Het
aantal mogelijke contourelementen is afhankelijk van het
contourtype (binnen-/buitencontour) en het aantal contour-
beschrijvingen, en bedraagt b.v. ca. 1024 rechte-regels.
Voor SL-cycli met contourformule is een gestructureerde
programma-opbouw vereist. Met deze cycli kunnen telkens
terugkerende contouren in afzonderlijke programma's op te
slaan. Via de contourformule kunnen de deelcontouren tot
een totale contour worden samengevoegd en kan worden
vastgelegd of er sprake is van een kamer of eiland.
De functie SL-cycli met contourformule is in de
gebruikersinterface van de TNC over meerdere gebieden
verdeeld en dient als basis voor verdere ontwikkelingen.
Eigenschappen van de deelcontouren
n
De TNC herkent in principe alle contouren als kamer. Programmeer
geen radiuscorrectie. In de contourformule kan een kamer door
inverteren in een eiland worden omgezet.
n
De TNC negeert aanzetten F en additionele M-functies.
n
Coördinatenomrekeningen zijn toegestaan. Wanneer ze binnen de
deelcontouren worden geprogrammeerd, werken ze ook in de
volgende onderprogramma's. Ze mogen echter na de cyclusoproep
niet worden gereset
n
De onderprogramma's mogen ook coördinaten in de spilas
bevatten; ze worden echter genegeerd
n
In de eerste coördinatenregel van het onderprogramma wordt het
bewerkingsvlak vastgelegd. Additionele assen U, V, W zijn
toegestaan.
Eigenschappen van de bewerkingscycli
n
De TNC positioneert voor elke cyclus automatisch naar
veiligheidsafstand.
n
Elk diepteniveau wordt zonder het opnemen van het gereedschap
gefreesd; om de eilanden wordt zijdelings verplaatst.
n
De radius van „binnenhoeken" is programmeerbaar – het
gereedschap blijft niet staan, markeringen door vrije sneden worden
verhinderd (geldt voor buitenste baan bij het uitruimen en zijdelings
nabewerken).
364
Voorbeeld: Schema: afwerken met SL-cycli en
contourformule
%CONTOUR G71
...
N50 %:CNT: "MODEL"
N60 G120 Q1= ...
N70 G122 Q10= ...
N80 G79
...
N120 G123 Q11= ...
N130 G79
...
N160 G124 Q9= ...
N170 G79
N180 G00 G40 G90 Z+250 M2
N99999999 %CONTOUR G71
Voorbeeld: Schema: verrekening van de
deelcontouren met contourformule
%MODEL G71
N10 DECLARE CONTOUR QC1 = "CIRKEL1"
N20 DECLARE CONTOUR QC2 = "CIRKEL31XY"
N30 DECLARE CONTOUR QC3 = "DRIEHOEK"
N40 DECLARE CONTOUR QC4 = "VIERKANT"
N50 QC10 = ( QC1 | QC3 | QC4 ) \ QC2
N99999999 %MODEL G71
%CIRKEL1 G71
N10 I+75 J+50
N20 G11 R+45 H+0 G40
N30 G13 G91 H+360
N99999999 %CIRKEL1 G71
%CIRKEL31XY G71
...
...
8 Programmeren: cycli

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e