Via machineparameter 7441 bit 2 kunt u instellen of de
TNC bij de ingave van een positieve diepte een
foutmelding moet geven (bit 2=1) of niet (bit 2=0).
Attentie: botsingsgevaar!
Houd er rekening mee dat de TNC bij een positief
ingegeven diepte de berekening van de voorpositie
omkeert. Het gereedschap verplaatst zich dus in de
gereedschapsas met ijlgang naar de veiligheidsafstand
onder het werkstukoppervlak!
U U U U
Bewerkingsomvang (0/1/2) Q215:
bewerkingsomvang vastleggen:
0: voor- en nabewerken
1: alleen voorbewerken
2: alleen nabewerken
Nabewerken zijkant en nabewerken diepte is alleen
van toepassing, indien de desbetreffende overmaat
voor kantnabewerking (Q368, Q369) is vastgelegd
U U U U
Sleuflengte Q218 (waarde parallel aan de hoofdas
van het bewerkingsvlak): langste zijde van de sleuf
ingeven
U U U U
Sleufbreedte Q219 (waarde parallel aan de nevenas
van het bewerkingsvlak): breedte van de sleuf
ingeven; wanneer de sleufbreedte gelijk is aan de
diameter van het gereedschap, dan voert de TNC
alleen een voorbewerking uit (spiebaan frezen)
U U U U
Overmaat voor kantnabewerking Q368
(incrementeel): overmaat voor nabewerking in het
bewerkingsvlak
U U U U
Rotatiepositie Q224 (absoluut): hoek waarmee de
totale sleuf wordt gedraaid. Het centrum van de
rotatie ligt op de positie waar het gereedschap bij de
cyclusoproep staat
U U U U
Positie van de sleuf (0/1/2/3/4) Q367: positie van
de sleuf gerelateerd aan de positie van het
gereedschap bij de cyclusoproep (zie afbeelding
rechts in het midden):
0: Gereedschapspositie = midden van de sleuf
1: Gereedschapspositie = linker uiteinde van de sleuf
2: Gereedschapspositie = centrum van linker
sleufcirkel
3: Gereedschapspositie = centrum van rechter
sleufcirkel
4: Gereedschapspositie = rechter uiteinde van de
sleuf
U U U U
Aanzet frezen Q207: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij het frezen in mm/min
U U U U
Freeswijze Q351: wijze van de freesbewerking bij
M03:
+1 = meelopend frezen
–1 = tegenlopend frezen
294
8 Programmeren: cycli