NULPUNT-verschuiving met nulpuntstabellen
(cyclus G53)
Nulpunten uit de nulpunttabel zijn altijd en uitsluitend
gerelateerd aan het actuele referentiepunt (preset).
De machineparameter 7475, waarmee vroeger werd
vastgelegd of nulpunten betrekking hadden op het
machinenulpunt of het werkstuknulpunt, bezit uitsluitend
nog een veiligheidsfunctie. Indien MP7475 = 1 is
ingesteld, geeft de TNC een foutmelding wanneer een
nulpuntverschuiving uit een nulpuntstabel wordt
opgeroepen.
Nulpuntstabellen uit de TNC 4xx, waarvan de coördinaten
betrekking hadden op het machinenulpunt (MP7475 = 1),
mogen in de iTNC 530 niet worden toegepast.
Wanneer nulpuntverschuivingen met nulpuntstabellen
worden toegepast, moet gebruik worden gemaakt van de
functie Select Table, om de gewenste nulpuntstabel
vanuit het NC-programma te activeren.
Wanneer zonder de regel Select Table %:TAB: wordt
gewerkt, moet de gewenste nulpuntstabel vóór de
programmatest of de programma-afloop worden
geactiveerd (geldt ook voor de grafische
programmeerweergave):
n
De gewenste tabel voor de programmatest in de
werkstand Programmatest via bestandsbeheer kiezen:
de tabel krijgt status S
n
De gewenste tabel voor de programma-afloop in een
programma-afloop-werkstand via bestandsbeheer
kiezen: de tabel krijgt status M
De coördinatenwaarden uit nulpuntstabellen zijn
uitsluitend absoluut werkzaam.
Nieuwe regels kunnen alleen aan het tabeleinde
ingevoegd worden.
Toepassing
Nulpuntstabellen worden toegepast bij:
n
vaak terugkerende bewerkingen op verschillende werkstukposities of
n
vaak terugkerende toepassing van dezelfde nulpuntverschuiving
Binnen een programma kunnen nulpunten zowel direct in de
cyclusdefinitie geprogrammeerd alsook vanuit een nulpuntstabel
opgeroepen worden.
U U U U
Verschuiving: tabelregel? P01: nummer van het
nulpunt uit de nulpuntstabel of een Q-parameter
ingeven; wanneer een Q-parameter wordt ingegeven,
dan activeert de TNC het nulpuntnummer dat in de Q-
parameter staat
HEIDENHAIN iTNC 530
Z
Y
Z
Y
Voorbeeld: NC-regels
N72 G53 P01 12 *
X
X
383