SCHROEFDRAADTAPPEN NIEUW met
voedingscompensatie (cyclus G206)
1 De TNC positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang naar de
ingegeven veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak.
2 Het gereedschap verplaatst in één slag naar boordiepte.
3 Vervolgens wordt de rotatierichting van de spil omgekeerd en het
gereedschap na de stilstandstijd naar de veiligheidsafstand
teruggetrokken. Indien een 2e veiligheidsafstand ingegeven is,
verplaatst de TNC het gereedschap met ijlgang daarheen.
4 Op de veiligheidsafstand wordt de rotatierichting van de spil
opnieuw omgekeerd
Let vóór het programmeren op het volgende:
Positioneerregel op het startpunt (midden van de boring)
van het bewerkingsvlak met radiuscorrectie G40
programmeren.
Het voorteken van de cyclusparameter diepte legt de
werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt
geprogrammeerd, dan voert de TNC de cyclus niet uit.
Het gereedschap moet in een voeding met
lengtecompensatie opgespannen zijn. De voeding met
lengtecompensatie compenseert toleranties van aanzet
en toerental tijdens de bewerking.
Tijdens het afwerken van de cyclus, werkt de draaiknop
voor de toerental-override niet. De draaiknop voor de
aanzet-override is nog beperkt actief (door de
machinefabrikant vastgelegd, raadpleeg het
machinehandboek).
Voor rechtse draad spil met M3 activeren, voor linkse draad
met M4.
Via machineparameter 7441 bit 2 kunt u instellen of de
TNC bij de ingave van een positieve diepte een
foutmelding moet geven (bit 2=1) of niet (bit 2=0).
Attentie: botsingsgevaar!
Houd er rekening mee dat de TNC bij een positief
ingegeven diepte de berekening van de voorpositie
omkeert. Het gereedschap verplaatst zich dus in de
gereedschapsas met ijlgang naar de veiligheidsafstand
onder het werkstukoppervlak!
252
8 Programmeren: cycli