Cyclusoproep met G79:G01 (CYCL CALL POS)
De functie G79:G01 roept de laatste gedefinieerde bewerkingscyclus
eenmaal op. Het startpunt van de cyclus is de positie die u in de
G79:G01 -regel gedefinieerd heeft.
De TNC verplaatst het gereedschap eerst naar de
gedefinieerde positie en roept vervolgens de laatste
gedefinieerde bewerkingscyclus op.
De in de G79:G01-regel gedefinieerde voeding geldt
uitsluitend voor de verplaatsing naar de in deze regel
geprogrammeerde startpositie.
De verplaatsing door de TNC naar de in de G79:G01-regel
gedefinieerde positie vindt in principe plaats met niet-
actieve radiuscorrectie (R0).
Indien u met G79:G01 een cyclus oproept waarin een
startpositie is gedefinieerd (b.v. cyclus 212), gebruikt de
TNC in principe de in G79:G01 gedefinieerde positie als
startpositie.
Cyclusoproep met M99/M89
De per regel werkzame functie M99 roept de laatste gedefinieerde
bewerkingscyclus eenmaal op. M99 kunt u aan het einde van een
positioneerregel programmeren. De TNC verplaatst zich dan naar deze
positie en roept vervolgens de laatste gedefinieerde
bewerkingscyclus op.
Wanneer de cyclus na elke positioneerregel automatisch uitgevoerd
moet worden, programmeer dan de eerste cyclusoproep met M89
(afhankelijk van machineparameter 7440).
Om de werking van M89 op te heffen, moet het volgende
geprogrammeerd worden:
n
M99 in de positioneerregel waarin u naar het laatste startpunt
verplaatst, of
n
G79, of
n
definieer met CYCL DEF een nieuwe bewerkingscyclus.
Werken met additionele assen U/V/W
De TNC voert verplaatsingen in de as uit, die in de TOOL CALL-regel
als spilas is gedefinieerd. Verplaatsingen in het bewerkingsvlak voert
de TNC in principe alleen in de hoofdassen X, Y of Z uit.
Uitzonderingen:
n
Wanneer in cyclus G74 SLEUFFREZEN en in cyclus G75/G76
KAMERFREZEN voor de lengte van de zijden direct additionele
assen geprogrammeerd worden.
n
wanneer bij SL-cycli additionele assen in een
contouronderprogramma geprogrammeerd zijn
HEIDENHAIN iTNC 530
227