Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 133

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Werkstukniveau instellen
n
Werkstuk: het nummer van het werkstuk wordt getoond. Na de
slash wordt het aantal werkstukken binnen dit opspanningsniveau
getoond
n
Methode: u kunt de bewerkingsmethoden WORKPIECE ORIENTED
resp. TOOL ORIENTED selecteren. In de tabelweergave verschijnt
de invoer WORKPIECE ORIENTED met WPO en TOOL ORIENTED
met TO.
Met de softkey KOPPELEN/SCHEIDEN markeert u opspanningen
waarmee bij gereedschapsgeoriënteerde bewerking bij de
berekening van de arbeidscyclus rekening wordt gehouden.
Gekoppelde opspanningen worden met een onderbroken
scheidingslijn aangeduid, gescheiden opspanningen met een
ononderbroken lijn. In de tabelweergave worden gekoppelde
werkstukken in de kolom METHOD met CTO aangeduid.
n
Status: met de softkey RUWDEEL wordt het werkstuk als nog niet
bewerkt aangeduid en in het veld Status wordt BLANK ingevoerd.
Gebruik de softkey VRIJE PLAATS als u een werkstuk bij de
bewerking wilt overslaan. In het veld Status verschijnt EMPTY
Stel de methode en status bij het pallet- resp.
opspanningsniveau in.
Bij meerdere werkstukvarianten binnen hetzelfde niveau
moeten werkstukken van een bepaalde variant na elkaar
worden ingegeven. Bij een gereedschapsgeoriënteerde
bewerking kunnen de werkstukken van de desbetreffende
variant dan met de softkey KOPPELEN/SCHEIDEN
gemarkeerd en groepsgewijs worden bewerkt.
Details op het werkstukniveau instellen
n
Werkstuk: het nummer van het werkstuk wordt getoond. Na de
slash wordt het aantal werkstukken binnen dit opspannings- of
palletsniveau getoond
n
Nulpunt: voer het nulpunt voor het werkstuk in
n
NP-tabel: voer de naam en het pad van de nulpuntstabel in die voor
de bewerking van het werkstuk geldt. Als u voor alle werkstukken
dezelfde nulpunttabel gebruikt, voert u de naam met het pad in de
pallets- of opspanningsniveaus in. De invoer wordt automatisch in
het werkstukniveau overgenomen.
n
NC-programma: voer het pad van het NC-programma in dat voor de
bewerking van het werkstuk noodzakelijk is
n
Veil. hoogte: (optioneel): veilige positie voor de afzonderlijke assen
gerelateerd aan het werkstuk. De opgegeven posities worden alleen
benaderd wanneer deze waarden in de NC-macro's worden gelezen
en dienovereenkomstig worden geprogrammeerd.
HEIDENHAIN iTNC 530
133

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e