Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 247

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

U U U U
Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel): afstand
gereedschapspunt – werkstukoppervlak
U U U U
Diepte Q201 (incrementeel): afstand
werkstukoppervlak – bodem van de boring (punt van
de boor)
U U U U
Aanzet diepteverplaatsing Q206:
verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het
boren in mm/min
U U U U
Diepte-instelling Q202 (incrementeel): maat die
betrekking heeft op de verplaatsing van het
gereedschap. De diepte hoeft geen veelvoud van de
diepte-instelling te zijn. De TNC verplaatst in één slag
naar diepte als:
n
de diepte-instelling gelijk is aan de diepte
n
de diepte-instelling groter is dan de diepte
U U U U
Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut):
coördinaat werkstukoppervlak
U U U U
2e veiligheidsafstand Q204 (incrementeel):
coördinaat spilas waarin botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spaninrichting)
uitgesloten is
U U U U
Afnamefactor Q212 (incrementeel): waarde waarmee
de TNC de diepte-instelling Q202 vermindert
U U U U
Minimale diepte-instelling Q205 (incrementeel):
wanneer een afnamefactor is ingegeven, begrenst de
TNC de verplaatsing op de met Q205 ingegeven
waarde
U U U U
Voorstop-afstand boven Q258 (incrementeel):
veiligheidsafstand voor ijlgangpositionering, wanneer
de TNC het gereedschap na terugtrekken uit de
boring weer naar de actuele diepte-instelling
verplaatst; waarde bij de eerste verplaatsing
U U U U
Voorstop-afstand onder Q259 (incrementeel):
veiligheidsafstand voor ijlgangpositionering, wanneer
de TNC het gereedschap na terugtrekken uit de
boring weer naar de actuele diepte-instelling
verplaatst; waarde bij de laatste verplaatsing
Wanneer u voor Q258 een andere waarde dan voor Q259
ingeeft, verandert de TNC de voorstop-afstand tussen de
eerste en laatste verplaatsing gelijkmatig.
HEIDENHAIN iTNC 530
Voorbeeld: NC-regels
N110 G205 UNIVERSEEL-DIEPBOREN
Q200=2
;VEILIGHEIDSAFST.
Q201=-80
;DIEPTE
Q206=150
;AANZET DIEPTEVERPL.
Q202=15
;DIEPTE-INSTELLING
Q203=+100 ;COÖRD. OPPERVLAK
Q204=50
;2E VEILIGHEIDSAFST.
Q212=0.5
;AFNAMEFACTOR
Q205=3
;MIN. DIEPTE-INSTELLING
Q258=0.5
;VOORSTOP-AFSTAND BOVEN
Q259=1
;VOORSTOPAFSTAND: BENEDEN
Q257=5
;BOORDIEPTE SPAANBREKEN
Q256=0.2
;TERUGT. BIJ SPAANBREKEN
Q211=0.25 ;STILSTANDSTIJD BENEDEN
Q379=7.5
;STARTPUNT
Q253=750
;AANZET VOORPOS.
247

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e