4.2 Bestandsbeheer: basisbegrippen
Bestanden
Via de MOD-functie PGM MGT (zie „PGM MGT
configureren" op bladzijde 493) kan gekozen worden
tussen standaard-bestandsbeheer en uitgebreid
bestandsbeheer.
Wanneer de TNC aangesloten is op een netwerk, pas dan
het uitgebreide bestandsbeheer toe.
Bestanden in de TNC
programma's
in HEIDENHAIN-formaat
in DIN/ISO-formaat
Tabellen voor
Gereedschap
Gereedschapswisselaar
Pallets
Nulpunten
Punten
Presets
Freesgegevens
Snijmaterialen, grondstoffen
Afhankelijke gegevens (b.v.
structureringspunten)
Teksten als
ASCII-bestanden
Als een bewerkingsprogramma in de TNC ingegeven wordt, moet dit
eerst een naam krijgen. De TNC slaat het programma als bestand met
dezelfde naam op. De TNC slaat teksten en tabellen ook in de vorm
van bestanden op.
Om de bestanden snel te kunnen vinden en beheren, beschikt de TNC
over een speciaal venster voor bestandsbeheer. Hier kunnen de
verschillende bestanden opgeroepen, gekopieerd, hernoemd en
gewist worden.
Met de TNC kan bijna een onbeperkt aantal bestanden beheerd
worden, echter minimaal 2.000 MByte.
Namen van bestanden
Bij programma's, tabellen en teksten zet de TNC achter de
bestandsnaam nog een extensie. Deze extensie wordt van de
bestandsnaam gescheiden door een punt. Deze extensie kenmerkt
het bestandstype.
PROG20
.I
Bestandsnaam
Bestandstype
Max. lengte
Zie tabel „Bestanden in de TNC"
HEIDENHAIN iTNC 530
Type
.H
.I
.T
.TCH
.P
.D
.PNT
.PR
.CDT
.TAB
.DEP
.A
77