Precisiestop op hoeken met niet-tangentiale
overgangen: M134
Standaardinstelling
De TNC verplaatst het gereedschap bij positioneringen met rotatie-
assen zo, dat op niet-tangentiale contourovergangen een
overgangselement wordt tussengevoegd. De contourovergang is
afhankelijk van de versnelling, de schok en de vastgelegde tolerantie
van de contourafwijking.
De standaardinstelling van de TNC kan met
machineparameter 7440 zo worden veranderd, dat bij de
keuze van een programma M134 automatisch actief wordt,
zie „Algemene gebruikerparameters", bladzijde 510.
Instelling met M134
De TNC verplaatst het gereedschap bij positioneringen met rotatie-
assen zo dat op niet-tangentiale contourovergangen een nauwkeurige
stop wordt uitgevoerd.
Werking
M134 wordt werkzaam aan het begin van de regel, M135 aan het
einde van de regel.
M134 wordt met M135 teruggezet. Wanneer in een programma-
afloop-werkstand een nieuw programma gekozen wordt, wordt door
de TNC M134 eveneens opgeheven.
Keuze van zwenkassen: M138
Standaardinstelling
De TNC houdt bij de functies M114, M128 en bewerkingsvlak
zwenken rekening met de zwenkassen die uw machinefabrikant in
machineparameters heeft vastgelegd.
Instelling met M138
Bij de hierboven genoemde functies houdt de TNC alleen rekening
met de zwenkassen die met M138 zijn vastgelegd.
Werking
M138 wordt werkzaam aan het begin van de regel.
M138 kan worden teruggezet, door M138 opnieuw te programmeren
zonder dat zwenkassen worden ingegeven.
NC-voorbeeldregels
Voor de bovengenoemde functies alleen rekening houden met
zwenkas C:
G00 G40 Z+100 M138 C *
218
7 Programmeren: Additionele functies