Palletsbestand kiezen
U U U U
In de werkstand Programmeren/bewerken of Programma-afloop
bestandsbeheer kiezen: toets PGM MGT indrukken
U U U U
Bestanden van het type .P weergeven: softkeys TYPE KIEZEN en
WEERGEVEN .P indrukken
U U U U
Palletstabel met pijltoetsen kiezen of naam voor een nieuwe tabel
ingeven.
U U U U
Keuze met ENT-toets bevestigen
Palletsbestand met invoerformulier instellen
De palletmode met gereedschaps- of werkstukgeoriënteerde
bewerking kan in drie niveaus worden onderverdeeld:
n
Palletsniveau PAL
n
Opspanningsniveau FIX
n
Werkstukniveau PGM
Op elk niveau kan er naar detailaanzicht worden omgeschakeld. In het
normale aanzicht kunt u de bewerkingsmethode en status voor de
pallet, de opspanning en het werkstuk vastleggen. Wanneer u een
bestaand palletsbestand bewerkt, worden de actuele ingevoerde
gegevens getoond. Maak voor het instellen van het palletsbestand
gebruik van het detailaanzicht.
Richt het palletbestand overeenkomstig de
machineconfiguratie in. Als u slechts over een spanmal
met meerdere werkstukken beschikt, kunt u volstaan met
het definiëren van een opspanning FIX met werkstukken
PGM. Wanneer een pallet meerdere spanmallen bevat of
wanneer een opspanning aan meerdere zijden wordt
bewerkt, moet er een pallet PAL met bijbehorende
opspanningsniveaus FIX worden gedefinieerd.
Met de toets voor de beeldschermindeling kunt van
tabelweergave naar formulierweergave, en omgekeerd,
omschakelen.
De grafische ondersteuning voor de formulierinvoer is nog
niet beschikbaar.
Met behulp van softkeys heeft u toegang tot de verschillende niveaus
in het invoerformulier. In de statusregel licht in het invoerformulier
altijd het actuele niveau op. Wanneer u met de toets voor de
beeldschermindeling naar de tabelweergave omschakelt, staat de
cursor op hetzelfde niveau als in de formulierweergave.
130
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer, programmeerondersteuning, palletsbeheer