Basisprincipes van schroefdraadfrezen
Voorwaarden
n
De machine moet met inwendige spilkoeling (koelsmeermiddel min.
30 bar, perslucht min. 6 bar) uitgevoerd zijn
n
Omdat bij het schroefdraadfrezen meestal vervorming van het
draadprofiel optreedt, moeten meestal specifieke correcties aan het
gereedschap worden uitgevoerd. Deze kunt u vinden in de
gereedschapscatalogus of bij de gereedschapsfabrikant opvragen.
De correctie vindt bij de gereedschapsoproep via de deltaradius DR
plaats
n
De cycli 262, 263, 264 en 267 kunnen alleen met rechtsdraaiend
gereedschap worden uitgevoerd. Voor cyclus 265 kan rechts- en
linksdraaiend gereedschap worden toegepast
n
De werkrichting volgt uit de volgende invoerparameters: voorteken
van de spoed Q239 (+ = rechtse draad /– = linkse draad) en
freeswijze Q351 (+1 = meelopend /–1 = tegenlopend). In
onderstaande tabel wordt de relatie tussen de invoerparameters bij
rechtsdraaiend gereedschap duidelijk.
Binnendraad
Spoed
rechtse draad
+
linkse draad
–
rechtse draad
+
linkse draad
–
Buitendraad
Spoed
rechtse draad
+
linkse draad
–
rechtse draad
+
linkse draad
–
260
Freeswijze
Werkrichting
+1(RL)
Z+
–1(RR)
Z+
–1(RR)
Z–
+1(RL)
Z–
Freeswijze
Werkrichting
+1(RL)
Z–
–1(RR)
Z–
–1(RR)
Z+
+1(RL)
Z+
8 Programmeren: cycli