Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 100

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

4.5 Programma's openen en
ingeven
Opbouw van een NC-programma in DIN/ISO-
formaat
Een bewerkingsprogramma bestaat uit een aantal programmaregels.
De afbeelding rechts toont de elementen van een regel.
De TNC nummert de regels van een bewerkingsprogramma
automatisch afhankelijk van MP7220. Met MP7220 wordt de
stapgrootte van regelnummers gedefinieerd.
De eerste regel van een programma wordt d.m.v. %, de
programmanaam en de geldende maateenheid (G70/G71)
gekenmerkt.
De daaropvolgende regels bevatten informatie over:
n
het ruwdeel
n
gereedschapsdefinities en -oproepen
n
aanzetten en toerentallen
n
baanbewegingen, cycli en verdere functies
De laatste regel van een programma wordt d.m.v. N99999999 %, de
programmanaam en de geldige maateenheid (G70/G71) gekenmerkt.
Ruwdeel definiëren: G30/G31
Direct na het openen van een nieuw programma moet een
rechthoekig, onbewerkt werkstuk gedefinieerd worden. Deze definitie
heeft de TNC nodig voor grafische simulaties. De zijden van de
rechthoek mogen niet langer zijn dan 100 000 mm en liggen parallel
aan de assen X, Y en Z. Het ruwdeel wordt met twee hoekpunten
vastgelegd:
n
MIN-punt G30: kleinste X-,Y- en Z-coördinaat van de rechthoek;
absolute waarden ingeven
n
MAX-punt G31: grootste X-, Y- en Z-coördinaat van de rechthoek;
absolute of incrementele waarden (met G91) ingeven
De definitie van het ruwdeel is alleen noodzakelijk,
wanneer het programma grafisch moet worden getest!
100
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer, programmeerondersteuning, palletsbeheer
Regel
N10 G00 G40 X+10 Y+5 F100 M3 *
baanfunctie
Regelnummer
woorden

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e