Nulpuntstabel configureren
Op de tweede en derde softkey-balk kunt u voor elke nulpuntstabel de
assen vastleggen, waarvoor nulpunten gedefinieerd moeten worden.
Standaard zijn alle assen actief. Wanneer een as geblokkeerd moet
worden, dan moet de desbetreffende as-softkey op UIT gezet
worden. De TNC verwijdert dan de bijbehorende kolom in de
nulpuntstabel.
Wanneer u voor een actieve as geen nulpunt wilt definiëren, druk dan
op de toets NO ENT. De TNC zet dan een streepje in de
desbetreffende kolom.
Nulpuntstabel verlaten
In bestandsbeheer een ander bestandstype laten zien en het
gewenste bestand kiezen.
Statusweergaven
In het extra statusvenster worden de volgende gegevens uit de
nulpuntstabel weergegeven (zie „Coördinatenomrekeningen" op
bladzijde 41):
n
naam en pad van de actieve nulpuntstabel
n
actief nulpuntnummer
n
commentaar uit de kolom DOC van het actieve nulpuntnummer
386
8 Programmeren: cycli