Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Bedieningshandboek pagina 291

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Via machineparameter 7441 bit 2 kunt u instellen of de
TNC bij de ingave van een positieve diepte een
foutmelding moet geven (bit 2=1) of niet (bit 2=0).
Attentie: botsingsgevaar!
Houd er rekening mee dat de TNC bij een positief
ingegeven diepte de berekening van de voorpositie
omkeert. Het gereedschap verplaatst zich dus in de
gereedschapsas met ijlgang naar de veiligheidsafstand
onder het werkstukoppervlak!
U U U U
Bewerkingsomvang (0/1/2) Q215:
bewerkingsomvang vastleggen:
0: voor- en nabewerken
1: alleen voorbewerken
2: alleen nabewerken
Nabewerken zijkant en nabewerken diepte is alleen
van toepassing, indien de desbetreffende overmaat
voor kantnabewerking (Q368, Q369) is vastgelegd
U U U U
Cirkeldiameter Q223: diameter van de kamer die
gereed is
U U U U
Overmaat voor kantnabewerking Q368
(incrementeel): overmaat voor nabewerking in het
bewerkingsvlak
U U U U
Aanzet frezen Q207: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij het frezen in mm/min
U U U U
Freeswijze Q351: wijze van de freesbewerking bij
M03:
+1 = meelopend frezen
–1 = tegenlopend frezen
U U U U
Diepte Q201 (incrementeel): afstand
werkstukoppervlak – bodem van de kamer
U U U U
Diepte-instelling Q202 (incrementeel): maat die
betrekking heeft op de verplaatsing van het
gereedschap; waarde groter dan 0 ingeven
U U U U
Overmaat voor dieptenabewerking Q369
(incrementeel): overmaat voor nabewerking voor de
diepte
U U U U
Aanzet diepteverplaatsing Q206:
verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het
verplaatsen naar diepte in mm/min
U U U U
Verplaatsing nabewerken Q338 (incrementeel): maat
waarmee het gereedschap bij de nabewerking in de
spilas wordt verplaatst. Q338=0: nabewerken in een
verplaatsing
HEIDENHAIN iTNC 530
291

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Itnc 530 e