U U U U
Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut):
coördinaat werkstukoppervlak
U U U U
2e veiligheidsafstand Q204 (incrementeel):
coördinaat spilas waarin botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spaninrichting)
uitgesloten is
U U U U
Aanzet vrijloop Q254: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij het vrijlopen in mm/min
U U U U
Aanzet frezen Q207: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij het frezen in mm/min
BUITENSCHROEFDRAAD FREZEN (cyclus G267)
1 De TNC positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang naar de
ingegeven veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak.
Verzinken aan kopvlakzijde
2 De TNC benadert het startpunt voor het verzinken aan kopvlakzijde
vanuit het midden van de tap op de hoofdas van het
bewerkingsvlak. De positie van het startpunt volgt uit de
schroefdraadradius, gereedschapsradius en spoed
3 Het gereedschap verplaatst zich met aanzet voorpositioneren naar
de verzinkingsdiepte aan kopvlakzijde
4 De TNC positioneert het gereedschap ongecorrigeerd vanuit het
midden via een halve cirkel naar de verspringing aan kopvlakzijde,
en voert een cirkelbeweging met aanzet vrijloop uit
5 Aansluitend verplaatst de TNC het gereedschap weer via een halve
cirkel naar het startpunt
Draadfrezen
6 De TNC positioneert het gereedschap op het startpunt als er niet
eerst aan kopvlakzijde verzonken is. Startpunt schroefdraadfrezen
= startpunt verzinken aan kopvlakzijde
7 Het gereedschap verplaatst zich met de geprogrammeerde aanzet
voorpositioneren naar het startniveau dat volgt uit het voorteken
van de spoed, de freeswijze en het aantal gangen voor het stappen
8 Het gereedschap verplaatst zich vervolgens tangentiaal in een
helixbeweging naar de schroefdraad-binnendiameter.
9 Afhankelijk van de parameter stappen, freest het gereedschap de
schroefdraad in meerdere versprongen schroeflijnbewegingen of
in een continue schroeflijnbeweging
274
Voorbeeld: NC-regels
N250 G265 HELIX-SCHROEFDRAAD FREZEN MET
VERZINKEN.
Q335=10
;NOMINALE DIAMETER
Q239=+1.5 ;SPOED
Q201=-16
;DRAADDIEPTE
Q253=750
;AANZET VOORPOS.
Q358=+0
;DIEPTE AAN KOPVLAKZIJDE
Q359=+0
;VERSPRINGING AAN KOPVLAKZIJDE
Q360=0
;VERZINKEN
Q200=2
;VEILIGHEIDSAFST.
Q203=+30
;COÖRD. OPPERVLAK
Q204=50
;2E VEILIGHEIDSAFST.
Q254=150
;AANZET DIEPTE-INSTELLING
Q207=500
;AANZET FREZEN
8 Programmeren: cycli