Let op
● De interieurbewaking en het afsleepalarm
kunnen niet permanent worden uitgescha-
keld.
● Indien bij het activeren van het alarmsys-
teem nog een portier of de achterklep open
is, wordt enkel het alarmsysteem geacti-
veerd. De interieurbewaking en het afsleep-
alarm worden enkel geactiveerd nadat alle
portieren en de achterklep gesloten zijn.
● Wanneer de interieurbewaking en het af-
sleepalarm worden uitgeschakeld, wordt
ook het "Safe"-veiligheidssysteem gedeacti-
›››
pag. 76
veerd
.
Portieren
Inleiding
De portieren en de achterklep kunnen handma-
tig worden vergrendeld en gedeeltelijk worden
ontgrendeld, bijvoorbeeld als de sleutel of de
centrale vergrendeling defect is.
WAARSCHUWING
Onvoorzichtig openen of sluiten in geval van
nood kan ernstige verwondingen veroorza-
ken.
●
Als de wagen van buiten uit vergrendeld is,
kunnen de portieren en de ruiten niet meer
van binnenuit worden geopend.
Openen en sluiten
Portieren
●
Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit
alleen in de wagen achter. Zij zijn in een
noodgeval niet in staat de wagen zelfstandig
te verlaten of zichzelf te redden.
●
In een afgesloten wagen kan het, afhanke-
lijk van het jaargetijde, zo extreem warm of
koud worden dat dit, vooral bij kleine kinde-
ren, tot ernstig letsel, ziekte of zelfs de dood
kan leiden.
WAARSCHUWING
De verplaatsing van portieren en de achter-
klep is gevaarlijk en kan verwondingen ver-
oorzaken.
●
Open of sluit portieren en achterklep al-
leen wanneer er zich niemand in de actiera-
dius ervan bevindt.
LET OP
Bij het sluiten of openen in geval van nood
moet u de onderdelen voorzichtig en correct
weer inbouwen om schade aan de wagen te
voorkomen.
Noodontgrendelen en -vergrendelen
van het bestuurdersportier
Afb. 54
Greep van het bestuurdersportier:
slotcilinder verborgen.
Afb. 55
Portiergreep aan bestuurderzijde: klep
losmaken door los te wippen.
79