WAARSCHUWING
●
De achteruitrijhulp kan niet heel nauwkeu-
rig de afstand tot obstakels meten noch kan
hiermee meer bereikt worden dan zonder
de hulp. Daarom bestaat er mogelijk gevaar
voor ongevallen en zware verwondingen als
het achteloos of zonder de nodige aandacht
wordt gebruikt. De bestuurder moet altijd de
omgeving nauwkeurig observeren zodat de
bewegingen in alle veiligheid gebeuren.
●
De cameralens vergroot en vervormt het
gezichtsveld en dit kan voorwerpen anders
weergeven dan ze in werkelijkheid zijn. Dit ef-
fect zorgt ook voor een vervormde weergave
van afstanden.
●
Door de schermresolutie of door de licht-
omstandigheden kunnen bepaalde voorwer-
pen niet of slechts gedeeltelijk worden ge-
toond. Let op palen, afsluitingen, hekken of
kleine boompjes die de wagen kunnen be-
schadigen doordat ze onzichtbaar zijn op het
scherm.
●
De achteruitrijhulp heeft hoeken waarin
mogelijk geen personen of voorwerpen wor-
den weergegeven. Houd altijd goed de om-
geving van de wagen in het oog.
●
Ondanks het systeem moet de bestuurder
te allen tijde opmerkzaam blijven. Controleer
altijd het parkeermanoeuvre en de omgeving
van de wagen.
●
Laat u niet afleiden van het verkeer door
de beelden op het scherm.
182
Parkeren en manoeuvreren
●
De beelden zijn enkel tweedimensionaal.
Het is mogelijk dat uitstekende voorwerpen
of putten in het wegdek moeilijk of helemaal
niet waar te nemen zijn.
●
De lading van de wagen beïnvloedt de
weergave van de oriëntatielijnen. De breedte
van deze lijnen vermindert volgens het ni-
veau van de lading. Let op voor de omgeving
van de wagen als het interieur of de bagage-
ruimte geladen is.
●
Bij de volgende omstandigheden lijkt het of
voorwerpen of andere voertuigen dichterbij
of verder weg zijn op het scherm dan in wer-
kelijkheid. Let vooral op in de volgende ge-
vallen:
–
Bij het overgaan van een vlakke onder-
grond naar een helling en vice versa.
–
Als in de wagen te veel lading ligt.
–
Als de wagen dichter bij voorwerpen
komt die niet op het oppervlak liggen of die
uitsteken vanaf een steunpunt op de grond.
Deze voorwerpen kunnen bij het achteruit-
rijden buiten de gezichtsveld van de ca-
mera vallen.
Let op
● Bijzondere aandacht is vereist als de be-
stuurder nog niet met het systeem vertrouwd
is.
● De referentielijnen verdwijnen van de ach-
teruitrijhulp indien de achterklep openstaat.
Weergave op het scherm
Afb. 128
Scherm van het
infotainmentsysteem: oriëntatielijnen.
Zijlijnen: verlenging van de wagen (onge-
1
veer de totale breedte) op het wegdek.
Einde van de zijlijnen: ongeveer 2 m ach-
2
ter de wagen op het wegdek.
Middelste lijn: ongeveer 1 m achter de wa-
3
gen op het wegdek.
Rode horizontale lijn: veilige afstand van
4
ongeveer 40 cm achter de wagen op het
wegdek.
Systeem in- en uitschakelen
●
De achteruitrijhulp treedt bij ingeschakeld
contact in werking zodra de achteruitversnel-
ling wordt ingeschakeld.