Bedieningselementen van de handbediende airconditioning / verwarmings- en ventilatiesysteem
Afb. 81
In de middenconsole:
bedieningselementen van de handbediende airconditioning;
Koelwerking
Handbediende airconditioning: De knop indruk-
ken om het koelsysteem aan of uit te zetten.
Temperatuur
1
Draai aan de regelknop om de temperatuur in
te stellen.
Verwarmings- en ventilatiesysteem: De gewen-
ste temperatuur mag niet lager zijn dan voor
buiten, omdat dit systeem de lucht niet kan koe-
len of ontvochtigen.
Aanjager
Door te draaien aan de regelknop
vermogen van de aanjager worden afgesteld.
Op stand 0 zijn de aanjager en handbediende
airconditioning uitgeschakeld. De stand 4 is het
maximum.
Verwarming, ventilatie en koeling
Airconditioning
Luchtverdeling
Door te draaien aan de regelknop
lucht verdeeld over de gewenste zone:
De lucht wordt naar de borstkas geleid.
De lucht wordt naar de voetenruimte ge-
leid.
De lucht wordt naar de voorruit en voeten-
ruimte geleid.
Ontdooi-/ontwasemingsfunctie
Handbediende airconditioning: Met de regel-
knop
in stand
3
naar de voorruit geleid. De luchtcirculatiefunc-
kan het
2
tie wordt automatisch uitgeschakeld of niet ge-
start. Verhoog het vermogen van de ventilator
om de voorruit zo snel mogelijk te ontwasemen.
Het aircosysteem wordt automatisch ingescha-
keld om de lucht te drogen.
bedieningselementen van het verwarmings- en ventilatiesysteem.
/ /
/
/
wordt de
3
wordt de luchtstroom
Achterruitverwarming
Werkt enkel wanneer de motor draait en wordt
pas na maximaal 10 minuten automatisch uit-
geschakeld.
De achterruitverwarming dient uitgeschakeld te
worden zodra de ruit niet meer beslagen is. Een
lager stroomverbruik is gunstig voor het brand-
stofverbruik.
Om de accu te beschermen kan het gebeuren
dat deze functie tijdelijk uitgeschakeld wordt.
Zodra de normale bedrijfsomstandigheden her-
steld zijn, kan de functie weer gebruikt worden.
Luchtcirculatie
›››
pag. 110
Stoelverwarming
›››
pag. 110
109