WAARSCHUWING
Als het remvloeistofpeil laag is, of de rem-
vloeistof verouderd of niet geschikt is, dan is
het mogelijk dat het remsysteem niet meer
goed werkt of dat de remkracht afneemt.
●
Controleer periodiek het remsysteem en
het remvloeistofpeil!
●
Als de remmen aan grote krachten bloot-
staan en de remvloeistof verouderd is, kun-
nen er zich luchtbellen vormen. Deze lucht-
bellen verminderen de remkracht, waardoor
de remweg aanzienlijk toeneemt en het rem-
systeem zelfs helemaal kapot kan gaan.
●
Zorg ervoor dat u altijd de juiste remvloei-
stof gebruikt. Gebruik uitsluitend remvloei-
stof die uitdrukkelijk voldoet aan de norm VW
501 14.
●
U kunt remvloeistof die voldoet aan norm
VW 501 14 kopen bij een SEAT dealer of
bij een officiële SEAT werkplaats. Indien
dit niet beschikbaar is, gebruik dan enkel
een remvloeistof van hoge kwaliteit die vol-
doet aan de voorwaarden van norm DIN
ISO 4925 CLASS 4 of de Amerikaanse norm
FMVSS 116 DOT 4.
●
De bij te vullen remvloeistof moet nieuw
zijn.
●
Remvloeistof alleen in de gesloten origi-
nele verpakking en buiten het bereik van kin-
deren bewaren - vergiftingsgevaar!
Reservoir ruitensproeiervloeistof
Controleren en bijvullen
LET OP
De remvloeistof mag niet in contact komen
met de lak van de wagen, omdat deze vloei-
stof etsend is.
Let op
Remvloeistoffen vervuilen het milieu. Vang
uitgelopen vloeistoffen op en lever deze bij
de desbetreffende inzamelingspunten in.
Reservoir ruitensproeier-
vloeistof
Ruitensproeiervloeistofpeil contro-
leren en ruitensproeiervloeistof bij-
vullen
Afb. 182
In de motorruimte: blauwe dop van
het ruitensproeiervloeistofreservoir.
Controleer regelmatig het ruitensproeiervloei-
stofpeil en vul dit zo nodig bij.
Het ruitensproeiervloeistofreservoir bevat reini-
gingsvloeistof voor de voorruit en achterruit.
In de vulmond van het ruitensproeiervloeistof-
reservoir zit een zeef. Bij het vullen van het re-
servoir houdt de zeef de grote vuildeeltjes te-
gen, zodat ze de sproeiers niet kunnen bereiken.
Haal de zeef enkel weg om ze te reinigen. Indien
de zeef beschadigd is of niet is ingebouwd, kun-
nen er vuildeeltjes terechtkomen in het systeem
tijdens het vullen en de ruitensproeiers verstop-
pen.
›››
●
Motorkap openen
op pag.
●
Het ruitensproeiervloeistofreservoir is herken-
baar aan het symbool
op de dop.
●
Controleer of er voldoende vloeistof in het
reservoir zit.
Schoon water is niet voldoende om de ruiten
goed te reinigen. Daarom adviseren wij altijd
een ruitenreiniger aan het water toe te voegen.
Aanbevolen ruitenwissers
●
Voor de warmere jaargetijden adviseren wij
G 052 184 A1, voor heldere ruiten in de zomer.
Mengverhoudingen in het waterreservoir: 1:100
(1 deel concentraat op 100 delen water).
●
Voor het gehele jaar rond, G 052 164 A2 voor
heldere ruiten. Mengverhouding bij benadering
voor de winter, tot -18°C (0°F): 1:2 (1 deel con-
centraat op 2 delen water); anders 1:4 in het
waterreservoir.
280.
287