Advertenties
Wat gebeurt er bij een automatische remin-
greep?
In het geval van een obstakel remt het systeem
de wagen tot stilstand en houdt het de wagen
ca. 2 seconden stil. Trap de rem in!
Activeren
●
De automatische remingreep wordt geacti-
veerd zodra de bestuurder een parkeersysteem
inschakelt.
Uitschakelen
●
De functie van automatische remingreep
wordt gedeactiveerd zodra een parkeersys-
teem wordt uitgeschakeld.
●
OF: om de remfunctie bij het manoeuvreren
tijdelijk uit te schakelen, drukt u op de functie-
toets
op het scherm van de parkeerhulp en
voert u de instelling uit.
WAARSCHUWING
Het automatisch remmen van de parkeer-
hulpsystemen mag nooit aanleiding zijn tot
het nemen van grotere risico's. In bepaalde
situaties werkt de automatische remingreep
mogelijk enkel op beperkte wijze of helemaal
niet. Botsingen tegen obstakels kunnen per-
soonlijke letsels en schade aan de wagen
veroorzaken. Ondanks het systeem moet de
bestuurder te allen tijde opmerkzaam blijven.
168
Parkeren en manoeuvreren
●
Blijf attent en vertrouw niet enkel op de
parkeersystemen.
●
Wees altijd klaar om te remmen en zelf te
sturen.
●
Neem geen enkel risico dat de veiligheid in
gevaar kan brengen.
●
Neem de waarschuwingen en aanbevelin-
gen om te rijden van de parkeersystemen in
acht.
Let op
● Indien er te veel automatisch wordt ge-
remd, bijv. bij het terreinrijden, schakel dan
het parkeersysteem uit.
● Wanneer de remfunctie bij het manoeuvre-
ren van de parkeerhulp de wagen heeft ge-
remd, blijft ze inactief in dezelfde rijrichting
gedurende 5 meter of wordt ze opnieuw ac-
tief na het schakelen of draaien aan de scha-
kelknop.
Oplossing van problemen
Het parkeersysteem gedraagt zich niet
zoals verwacht
Er kunnen verschillende oorzaken zijn:
●
De voorwaarden van het systeem zijn niet
vervuld.
●
De sensoren of camera zijn vuil of hebben ijs
›››
pag.
319.
●
De cameralens is niet schoon en het camera-
›››
beeld is niet duidelijk
pag.
319.
●
Sommige geluidsbronnen, zoals een drilboor
of geplaveid wegdek, storen het ultrasone sig-
naal.
●
De wagen is beschadigd in de buurt van de
sensoren of camera, bijv. wegens een aanrij-
ding tijdens het parkeren.
●
Het detectiegebied van de sensoren of ge-
zichtsveld van de camera is geblokkeerd door
een accessoire, bijv. een fietsendrager.
●
Er zijn wijzigingen aangebracht aan het lak-
werk of structurele aanpassingen in de buurt
van de sensoren of camera, bijv. aan de voor-
zijde van de wagen of aan het onderstel.
Houd ook rekening met de berichten die wor-
den getoond op het scherm van het infotain-
mentsysteem.
Sensor of camera zonder zicht of parkeer-
systeem uitgeschakeld
Bij een storing in een sensor wordt die zone van
sensoren permanent uitgeschakeld. De betrok-
ken sensorzone kan in het infotainmentsysteem
worden getoond met het symbool en een grijs
grafisch segment. De betrokken zone wordt
eventueel uitgeschakeld door het parkeersys-
teem.
Indien het parkeersysteem niet correct werkt,
klinkt bij inschakeling enkele seconden een
continu geluidssignaal. Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt dan een bericht.
Advertenties
