Om de keuzehendelvergrendeling op te heffen
drukt u terwijl het contact is ingeschakeld het
rempedaal in en houd u het rempedaal inge-
trapt. Duw de vergrendeling van de hendel te-
›››
gelijk in de richting van de pijl
Als herinnering voor de bestuurder wordt met
hendel in stand P of N de volgende aanwijzing
op het scherm getoond:
Bij het inschakelen van een rijstand
bij stilstand: rem intrappen.
Bij snel schakelen via stand N (bijvoorbeeld van
R naar D) wordt de hendel niet vergrendeld.
Hierdoor wordt bijvoorbeeld het "losschomme-
len" bij vastgereden wagen mogelijk. Als de
hendel bij niet-ingetrapt rempedaal en bij een
snelheid van minder dan 5 km/u (3 mpu) langer
dan ongeveer één seconde in stand N staat,
wordt de keuzehendel vergrendeld.
Uittrekblokkering contactsleutel
De sleutel kan na het uitschakelen uit het con-
tact worden getrokken wanneer de keuzehen-
del in stand P staat. Zolang de contactsleutel
niet in het contactslot zit, is de keuzehendel in
stand P geblokkeerd.
Automatische versnellingsbak DSG
WAARSCHUWING
●
Zorg ervoor dat u bij stilstaande wagen
niet het gaspedaal intrapt. De wagen gaat
direct rijden, ook wanneer de parkeerrem is
afb.
87.
vastgezet – gevaar voor ongelukken!
●
Nooit tijdens het rijden de hendel in stand
R of P zetten. Anders bestaat er gevaar voor
ongelukken of storingen.
●
Bij draaiende motor en met de hendel in
een willekeurige stand behalve P is het no-
dig om het rempedaal ingetrapt te houden,
omdat ook bij stationair toerental de kracht-
overbrenging niet helemaal wordt onderbro-
ken.
●
Geen gas geven als u bij stilstaande
wagen en draaiende motor de keuzehendel-
stand verandert. Anders bestaat er gevaar
voor ongelukken.
●
Laat als bestuurder uw wagen nooit achter
met draaiende motor en ingeschakelde rijst-
and. Schakel de elektronische parkeerrem in
en plaats de parkeervergrendeling (P).
Let op
● Als u tijdens het rijden per ongeluk stand N
hebt ingeschakeld, moet u het gas loslaten
en wachten totdat de motor weer op statio-
nair toerental draait voordat u rijstand D of S
inschakelt.
● Als de voeding wordt onderbroken in stand
P, kan de hendel niet meer worden ver-
plaatst. In dit geval moet u de noodontgren-
delprocedure uitvoeren
Rijden
›››
pag. 130
.
Let op
● Als de blokkering van de hendel niet aan-
grijpt, is er een storing opgetreden. De trans-
missie blijft ontkoppeld om te voorkomen dat
de wagen plotseling in beweging komt. Ga
als volgt te werk om de hendel te laten blok-
keren:
– Met 6-versnellingenbak: trap het rempe-
daal in en laat het weer los.
– Met 7-versnellingenbak: trap het rempe-
daal in. Plaats de hendel in de stand P of N
en kies vervolgens een rijstand.
● Als u een rijstand heeft gekozen maar de
wagen noch vooruit, noch achteruit rijdt, ga
dan als volgt te werk:
– Als de wagen niet in de gewenste rich-
ting rijdt, heeft het systeem de rijstand
waarschijnlijk niet correct ingeschakeld.
Trap het rempedaal in en schakel de rijst-
and opnieuw in.
– Als de wagen nog steeds niet in de ge-
wenste richting rijdt, is er sprake van een
systeemstoring. Roep hulp van specialisten
in en laat het systeem nakijken.
127