tekstbericht in het instrumentenpaneel wordt
ca. 5 seconden weergegeven en verschijnt
opnieuw zodra weer vermoeidheid wordt ge-
constateerd. Het systeem onthoudt het laatst
weergegeven bericht.
De melding op het scherm van het instrumen-
tenpaneel kan als volgt worden verborgen:
●
Druk op de toets
van het multifunctiestuur-
wiel.
›››
Via de multifunctie-indicatie
pag. 23
worden teruggekeerd naar weergave van het
bericht op het display van het instrumentenpa-
neel.
Bedrijfscondities
Het rijgedrag wordt uitsluitend berekend bij
snelheden tussen 65 km/u (40 mph) en ca. 200
km/u (125 mph).
Uit- en inschakelen
De vermoeidheidsherkenning kan in het info-
tainmentsysteem worden in- of uitgeschakeld
met de functietoets
Bestuurdershulpsys-
teem > Vermoeidheidsherkenning.
De vermoeidheidsherkenning wordt altijd geac-
tiveerd bij inschakeling van het contact
37.
Informatie voor de bestuurder
Instrumentenpaneel
Beperkingen aan de werking
De detectie van vermoeidheid kent een aantal
beperkingen. In de volgende gevallen is het
mogelijk dat de detectie van vermoeidheid be-
perkt of niet werkt:
●
Bij snelheden onder 60 km/u (40 mpu).
●
Bij snelheden hoger dan 200 km/h (125 mph).
●
Op bochtige wegen.
●
Bij wegwerkzaamheden.
kan
●
Op wegen met slecht wegdek.
●
Onder slechte klimatologische omstandighe-
den.
●
Bij een sportieve rijstijl.
●
Als de bestuurder in ernstige mate wordt af-
geleid.
De detectie van vermoeidheid wordt gereset
zodra de wagen langer dan 15 minuten heeft
stilgestaan, het contact wordt uitgeschakeld of
de bestuurder de veiligheidsgordel heeft ont-
grendeld en het portier heeft geopend.
Indien u langere tijd traag rijdt (onder 60 km/u,
40 mpu), zal het systeem de berekening van de
vermoeidheid automatisch terugzetten. Zodra
weer sneller wordt gereden, wordt de rijstijl op-
›››
pag.
nieuw berekend.
WAARSCHUWING
De intelligente technologie van de vermoei-
dheidsherkenning kan de limieten opgelegd
door de natuurkundige wetten niet overwin-
nen en werkt enkel binnen de eigen grenzen
van het systeem. Het hogere comfort dankzij
de detectie van vermoeidheid mag geen
aanleiding zijn tot het nemen van grotere ri-
sico's. Neem tijdens lange ritten regelmatig
een pauze; zorg dat die voldoende lang is.
●
De bestuurder blijft te allen tijde verant-
woordelijk voor het inschatten van zijn rij-
vaardigheid.
●
Rij nooit als u vermoeid bent.
●
Het systeem detecteert vermoeidheid van
de bestuurder niet in alle gevallen. Voor aan-
›››
pag. 25, Bedrijfs-
vullende informatie, zie
condities
.
●
In bepaalde gevallen interpreteert het sys-
teem foutief een bedoeld manoeuvre als een
teken van vermoeidheid van de bestuurder.
●
Er wordt geen waarschuwing gegevens in
geval van een kortstondige dip!
●
Houd de meldingen op het instrumenten-
paneel in het oog en reageer zoals vereist.
25