Controleren en bijvul-
len
Motorruimte
Werken in de motorruimte
De motorruimte van de wagen is een gevaar-
lijke ruimte. Voer enkel werkzaamheden in de
motorruimte uit indien u precies weet wat u
moet doen, de algemene veiligheidmaatrege-
len kent en beschikt over de juiste gereed-
schappen, middelen en bedrijfsvloeistoffen. In-
dien werkzaamheden verkeerd worden uitge-
voerd, kan dit ernstige letsels tot gevolg hebben
›››
. Wend u zo nodig voor alle werkzaamhe-
den tot een gespecialiseerde werkplaats. SEAT
raadt u aan om daarvoor een SEAT-dealer te
raadplegen.
Voordat u begint te werken in de motorruimte,
moet u de wagen altijd parkeren op een hori-
zontale en stevige ondergrond. Tref daarbij alle
nodige voorzorgsmaatregelen.
280
Controleren en bijvullen
WAARSCHUWING
Iedere onbedoelde beweging van de wagen
tijdens het onderhoud kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
●
Voer nooit werkzaamheden uit onder de
wagen zonder hem eerst stilgezet te hebben,
zodat hij zich niet kan verplaatsen. Indien u
werkt onder de wagen met de wielen op de
grond, moet de wagen op een effect opper-
vlak staan met geblokkeerde wielen.
●
Indien u moet werken onder de wagen,
moet u hem ook vastzetten met geschikte
bokken. Een krik is niet geschikt hiervoor en
kan het gewicht mogelijk niet dragen, met
ernstige letsels tot gevolg.
●
Het start-stopsysteem moet handmatig
worden uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
De motorruimte van een voertuig is een ge-
vaarlijke zone waarin zich ernstige letsels
kunnen voordoen!
●
Wanneer u eraan moet werken, moet u
steeds uiterst voorzichtig handelen en de al-
gemene veiligheidsmaatregelen in acht ne-
men. Breng uzelf nooit in gevaar.
●
Werk nooit in de motorruimte indien u niet
vertrouwd bent met de vereiste handelingen.
Indien u niet zeker weet wat u moet doen,
laat het werk dan uitvoeren in een gespecia-
liseerde werkplaats. Indien werkzaamheden
verkeerd worden uitgevoerd, kan dit ernstige
letsels tot gevolg hebben.
●
Nooit de motorkap openen of sluiten als
u ziet dat er stoom of koelvloeistof uitkomt.
Warme stoom of koelvloeistof kan ernstige
brandwonden veroorzaken. Wacht steeds tot
u geen stoom of koelvloeistof uit de motor-
ruimte meer ziet of hoort komen.
●
Voordat u de motorkap opent, wacht u tot
de motor is afgekoeld.
●
Indien u warme delen van de motor of het
uitlaatsysteem aanraakt, kan uw huid ver-
branden.
●
Schakel het contact uit en bewaar de au-
tosleutel op een veilige plek, op voldoende
afstand van de auto zodat het contact en
de verbrandingsmotor niet per ongeluk inge-
schakeld kunnen worden.
●
Houd kinderen altijd uit de buurt van de
motorruimte en laat ze nooit zonder toezicht
achter.
●
Wanneer de motor warm is, staat het koel-
systeem ervan onder druk. Open de klep van
het expansiereservoir niet, anders kan koel-
vloeistof spatten en ernstige brandwonden
of andere letsels veroorzaken.
–
Draai de klep van het expansiereservoir
langzaam en erg voorzichtig linksom, en
oefen er tegelijk een lichte druk op uit.
–
Bescherm steeds uw gezicht, handen en
armen tegen hete koelvloeistof of stoom
met een grote en dikke doek.