Download Print deze pagina

Seat Arona 2022 Instructieboekje pagina 160

Advertenties

Houd de meldingen op het instrumenten-
paneel in het oog en reageer zoals vereist
door de verkeerssituatie.
In de volgende omstandigheden kan het
systeem ongewenst of helemaal niet tussen-
beide komen. In deze situaties is bijzondere
aandacht van de bestuurder vereist, of even-
tueel moet de rijstrookassistent tijdelijk wor-
den uitgeschakeld:
Bij zeer sportief rijden.
Bij ongunstige weersomstandigheden en
wegen in slechte staat.
Bij het passeren van wegwerkzaamhe-
den.
Voor de top van hellingen en talwegen.
Let goed op de omgeving van de wagen en
rijd op proactieve wijze.
Wanneer het gezichtsveld van de camera
vervuild, afgedekt of beschadigd is, kan de
werking van de rijstrookassistent negatief
worden beïnvloed.
158
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Rijden met de rijstrookbehoudassis-
tent
Afb. 110 
Op het scherm van het
instrumentenpaneel: aanwijzingen van de
rijstrookbehoudassistent.
Gele lijn: Het systeem grijpt in aan de voor-
1
gestelde kant.
Witte lijn: Streep van rijstrook gedetecteerd.
2
Het systeem grijpt niet in.
Controlelampjes
Gaat groen branden
Rijstrookbehoudassistent geactiveerd
en beschikbaar.
Gaat geel branden
Rijstrookbehoudassistent grijpt in door
het sturen te corrigeren.
Rijstrookbehoudassistent in- en uitschake-
len
In sommige landen wordt de rijstrookassistent
(Lane Assist) steeds geactiveerd bij inschake-
ling van het contact. De staat van inschakeling
wordt getoond in het menu Bestuurdershulp-
systeem van de infotainment of het menu van
bestuurdershulpsystemen na het indrukken van
de betreffende toets. De activering en deacti-
vering gebeuren ook in die menu's.
De rijstrookbehoudassistent is klaar om actief in
te grijpen vanaf ongeveer 60 km/u (35 mpu) en
indien de grenzen van de rijstrook gedetecteerd
zijn (staat van het systeem: actief).
Indien het controlelampje op het scherm van
het instrumentenpaneel uit is, betekent dit dat
het systeem actief is maar niet klaar om te re-
gelen, ofwel is uitgeschakeld.
Bij het inschakelen van een knipperlicht gaat
het systeem tijdelijk naar passieve toestand om
het handmatig veranderen van rijstrook toe te
staan.
Door een draai aan of sterke correctie van het
stuur door de bestuurder wordt het systeem tij-
delijk in passieve toestand gezet.
Oproep tot ingreep door bestuurder
Indien het sturen niet handmatig wordt gecorri-
geerd, vraagt het systeem de aandacht van de
bestuurder via een indicatie op het scherm van
het instrumentenpaneel en geluidssignalen.

Advertenties

loading