Navigatie
Inleiding tot thema
Een globaal satellietsysteem bepaalt de hui-
dige positie van de wagen en de sensoren in
de wagen analyseren de afgelegde routes. Alle
meetwaarden en de mogelijke verkeersinciden-
ten worden vergeleken met de beschikbare
kaarten voor een optimale navigatie naar het
reisdoel.
Navigatiemeldingen en grafieken leiden u naar
het reisdoel.
De bediening van de navigatie gebeurt op het
scherm.
Afhankelijk van het land zijn bepaalde functies
van het infotainmentsysteem mogelijk niet be-
schikbaar op het scherm vanaf een bepaalde
Infotainmentsysteem
Navigatie
snelheid. Het gaat niet om een storing, maar
heeft te maken met de naleving van de wette-
lijke bepalingen.
Navigatiemeldingen
Navigatiemeldingen zijn akoestische rijaanwij-
zingen met betrekking tot de huidige route.
Het type en de frequentie van de navigatiemel-
dingen hangen af van de rijsituatie – bijvoor-
beeld routegeleiding starten, rijden op de snel-
weg of een rotonde – en van de instellingen.
Afb. 139
Schematische weergave: Weergave
Navigatie.
Als het reisdoel niet exact kan worden bereikt,
bijvoorbeeld omdat het zich in een niet-gedigi-
taliseerd gebied bevindt, worden aanwijzingen
over het adres en de afstand tot het reisdoel op
het scherm getoond.
Tijdens de dynamische routegeleiding wordt
u op gemelde verkeersopstoppingen op de
route gewezen. Als de route op basis van een
verkeersopstopping opnieuw wordt berekend,
krijgt u een extra navigatiemelding.
Tijdens het afspelen van een navigatiemel-
ding kan het volume ervan worden aangepast.
De volgende navigatiemeldingen worden afge-
speeld met het aangepaste volume.
223