Let op
● Wanneer de wagen stopt met ingescha-
kelde ruitenwisser, gaat die tijdelijk een wis-
stand lager werken.
● Indien het bestuurders- of bijrijdersportier
wordt geopend terwijl de wagen stilstaat,
keren de ruitenwissers terug naar de begin-
stand en worden ze uitgeschakeld. Indien het
portier wordt gesloten of de ruitenwisserhen-
del enkele seconden wordt bewogen, wor-
den de ruitenwissers weer ingeschakeld.
● In de winter kan de servicestand van de
ruitenwissers handig zijn om de wisserbladen
beter op te tillen van de voorruit wanneer
de wagen ergens geparkeerd zal worden
›››
pag. 265
.
Functies van de ruitenwissers
Automatisch wissen van de achterruitwisser
De achterruitwisser gaat automatisch aan
wanneer de ruitenwissers zijn ingeschakeld en
de achteruitversnelling wordt gekozen. Het au-
tomatisch inschakelen van de achterruitwisser
bij het achteruitschakelen kan worden geacti-
veerd en gedeactiveerd in de wageninstellin-
gen van het infotainmentsysteem
Ruitenwisser voor en achter
Let op
Na bediening van de ruitensproeier wordt na
ca. vijf seconden nog eenmaal nagewist, als
de wagen nog aan het rijden is ("druppel-
functie"). Wanneer binnen 3 seconden na de
"druppelfunctie" opnieuw de ruitenwissers
bediend worden, start een nieuwe wascyclus
zonder nawissen. Om opnieuw de "druppel-
functie" te kunnen gebruiken, dient het con-
tact uit- en vervolgens weer ingeschakeld te
worden.
Let op
Bij een obstakel op de ruit probeert de ruiten-
wisser dit obstakel weg te schuiven. Indien
het obstakel de ruitenwisser blijft blokkeren,
stopt de ruitenwisser. Verwijder het obstakel
en zet de ruitenwisser weer aan.
›››
pag.
37.
Zichtbaarheid
Sensor voor regen- en lichtherken-
ning
Afb. 76
Ruitenwisserhendel: de regensensor
afstellen.
A
Afb. 77
Gevoelig oppervlak van de
regensensor.
De geactiveerde regensensor stuurt de rui-
tenwisserinterval afhankelijk van de regenval
›››
.
101