De ACC reageert niet op stilstaande voertui-
gen. Als een voertuig herkend door de ACC bijv.
draait of opzij gaat en er zich voor dit voertuig
een stilstaand voertuig bevindt, zal de ACC hier
›››
niet op reageren
afb. 106
.
WAARSCHUWING
Indien u de ACC in de beschreven situaties
gebruikt, kunnen er zich ernstige ongevallen
of levensgevaarlijke letsels voordoen. Boven-
dien kunnen wettelijke overtredingen begaan
worden.
Oplossing van problemen
ACC niet beschikbaar
Het controlelampje gaat geel branden:
●
De radarsensor is vuil of verkeerd afgesteld,
houd rekening met de aanwijzingen beschreven
aan het begin van dit hoofdstuk
●
Er is een storing of defect. Schakel het con-
tact uit en na enkele minuten weer in.
●
Indien het probleem zich blijft voordoen, ga
dan naar een gespecialiseerde werkplaats.
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Noodremhulpsysteem (Front Assist)
De ACC werkt niet zoals verwacht
●
Controleer of de radarsensor voldoet aan de
voorwaarden voor juiste werking
●
Indien de remmen oververhit raken, wordt de
regeling automatisch onderbroken. Wacht tot
ze afgekoeld zijn en controleer de werking op-
nieuw.
●
Ongewone geluiden tijdens het automatisch
remmen van de ACC zijn normaal en wijzen niet
op een storing.
Onderstaande voorwaarden kunnen tot ge-
volg hebben dat de ACC niet reageert:
●
Het gas- of rempedaal is ingetrapt.
●
Er is geen enkele versnelling geschakeld of de
versnelling R is gekozen.
●
De wagen rijdt achteruit.
●
De ESC is in werking.
●
De bestuurder heeft de veiligheidsgordel niet
omgegespt.
›››
pag. 141
●
Het toerental is te hoog of te laag.
●
Een remlicht van de wagen is defect.
●
Een remlicht van de aanhangwagen is defect.
●
De parkeerrem is vastgezet.
●
De bestuurder rijdt op een steile helling.
Noodremhulpsysteem
(Front Assist)
›››
pag.
141.
Inleiding tot thema
Het doel van het systeem is om frontale botsin-
gen tegen bepaalde voorwerpen die in het tra-
ject van de auto liggen te helpen vermijden, of
de gevolgen ervan te minimaliseren.
De functie is erop gericht om botsingen te ver-
mijden tegen:
●
Geparkeerde voertuigen.
●
Voertuigen, voetgangers en fietsers die op
dezelfde rijstrook en in dezelfde richting bewe-
gen.
●
Voetgangers en fietsers die het traject van de
wagen dwars kruisen.
De Front Assist detecteert de vermelde voor-
werpen met een radarsensor aan de voorzijde
van de wagen
Het systeem grijpt trapsgewijs in afhankelijk van
diverse factoren en hoe ernstig de situatie is.
Het waarschuwt eerst de bestuurder; indien
die niet of te weinig reageert, wordt een zelf-
standige noodremming uitgevoerd naargelang
de omstandigheden die in de volgende punten
worden besproken.
De ingreep van het systeem kan worden gean-
nuleerd door het koppelings- of gaspedaal in te
trappen, of krachtig aan het stuur te draaien.
›››
pag.
141.
153