In sommige gevallen, bijv. wanneer door een
tunnel wordt gereden zonder dat de automa-
tische inschakeling van het dimlicht
geschakeld, gaat de verlichting van het instru-
mentenpaneel volledig uit. Het doel van deze
functie is om de bestuurder er visueel op te wij-
zen dat hij/zij de dimlichten moet inschakelen.
Indien uw wagen is uitgerust met het digitale in-
strumentenpaneel verschijnt de waarschuwing
Licht inschakelen, alstublieft. op
het paneel.
Binnenverlichting en leeslampjes
Afb. 74
Deel van de hemelbekleding:
binnenverlichting voorin.
De binnenverlichting in- of uitschakelen.
portiercontactstand. De binnenverlichting
gaat automatisch aan wanneer de wagen
ontgrendeld, een portier geopend of de
sleutel uit het contactslot genomen wordt.
Binnenverlichting
Lichten
De verlichting gaat na een paar seconden
uit nadat alle portieren gesloten zijn, de
is in-
wagen vergrendeld is of het contact in
wordt geschakeld.
Het leeslampje in- en uitschakelen.
Afhankelijk van de versie van de wagen kunnen
de bedieningsknoppen van het licht verschillen.
Bagageruimteverlichting
Het licht gaat aan wanneer de achterklep open
is, zelfs met uitgeschakelde lichten en uitge-
schakeld contact. Zorg daarom dat de achter-
klep altijd correct gesloten is.
Sfeerlicht
Het sfeerlicht verlicht het gebied van de mid-
denconsole en de voetenruimte en, afhankelijk
van de versie, ook het paneel van de voorpor-
tieren en de luchtroosters.
Dit licht gaat op volle sterkte aan wanneer
de portieren worden geopend en vermindert in
sterkte tijdens het rijden wanneer de lichtscha-
kelaar in de stand
,
De intensiteit en kleur van de sfeerverlichting
kunnen worden ingesteld via het infotainment-
menu met de functietoets
lingen > Sfeerverlichting; OF
Sfeerverlichting.
Als niet alle portieren zijn gesloten, gaat de
binnenverlichting na ca. 10 minuten uit als
het contact is uitgeschakeld en de portiers-
chakeling is ingeschakeld. Dat voorkomt het
ontladen van de accu.
of
staat.
> Instel-
>
Let op
99