●
Nu de grendelknop indrukken en de hendel in
stand N zetten.
●
Na deze nooddeblokkering moet u de stof-
hoes weer vastzetten aan de versnellingscon-
sole.
WAARSCHUWING
Haal de hendel niet uit stand P indien de
handrem niet stevig is aangetrokken. Indien u
denkt dat de wagen toch in beweging kan ko-
men, maak dan gebruik van het rempedaal.
Gevaar! De wagen kan onverwacht in bewe-
ging komen en een ongeval en ernstige let-
sels veroorzaken.
Rijden op hellingen
Starthulp op hellingen
✓ Geldig voor wagens: met ESC
De starthulp op hellingen helpt de bestuurder
bij het bergop starten, zowel bij vooruit- als bij
achteruitrijden, door de wagen in stilstand te
houden.
Het systeem behoudt de remdruk tijdens ca.
twee seconden nadat de bestuurder de voet
van het rempedaal haalt, om te vermijden dat
de wagen naar achteren rolt tijdens het starten.
In deze 2 seconden heeft de bestuurder vol-
doende tijd om de koppeling los te laten en te
versnellen zonder dat de wagen zich verplaatst
132
Rijden
en zonder de handrem te moeten gebruiken. Dit
maakt het starten gemakkelijker, comfortabeler
en veiliger.
De voorwaarden voor de werking ervan zijn:
●
op een helling staan,
●
gesloten bestuurdersportier,
●
wagen in volledige stilstand,
●
draaiende motor en ingetrapte rem,
●
de versnelling moet ingeschakeld zijn of in
vrijloop staan voor de schakelbak en de keuze-
hendel moet zich in stand D/S of R bevinden in
het geval van de automatische versnellingsbak.
WAARSCHUWING
●
Indien u de wagen niet onmiddellijk start
nadat u de voet van het rempedaal gehaald
hebt, kan de wagen in bepaalde omstandig-
heden terugrollen. Trap het rempedaal in of
trek de handrem onmiddellijk aan.
●
Indien de motor afslaat, trap het rempe-
daal in of trek de handrem onmiddellijk aan.
●
Indien u in file bergopwaarts rijdt en wilt
voorkomen dat de wagen terugrolt bij het
starten, houd het rempedaal dan gedurende
enkele seconden ingetrapt voordat u de wa-
gen in beweging brengt.
Let op
In uw Erkende servicecentrum of in een ge-
specialiseerde werkplaats kan men u zeggen
of uw wagen met dit systeem is uitgerust.
Bergafdaalhulp
Naargelang de helling en met de versnellings-
bak in stand D/S wordt bij het intrappen van de
rem de bergafdaalhulp geactiveerd. Er wordt
dan geschakeld naar een lagere versnelling.
Binnen de logische grenzen probeert de berg-
afdaalhulp de voor het afdalen gekozen snel-
heid aan te houden. Het kan eventueel noodza-
kelijk zijn de snelheid met de rem te corrigeren.
De bergafdaalhulp kan enkel reduceren tot de
3e versnelling. Op steile hellingen is het moge-
lijk dat u moet schakelen naar Tiptronic-stand
en zo handmatig terugschakelt tot 2e of 1e ver-
snelling, om gebruik te maken van de motorrem
en het remsysteem niet te overbelasten.
Zodra de helling minder steil wordt of het gas-
pedaal wordt ingetrapt, schakelt de bergaf-
daalhulp weer uit.
Bij wagens met snelheidsregelsysteem
144
wordt bij het instellen van de snelheid ook
de bergafdaalhulp geactiveerd.
WAARSCHUWING
De bergafdaalhulp is niet verder beschik-
baar dan bepaald door de grenzen van de
natuurkundige wetten. Daardoor kan deze
niet onder alle omstandigheden de snelheid
constant houden. Blijf altijd paraat om zelf te
remmen!
›››
pag.