Ze functioneert enkel wanneer de snelheid voor
het eerst wordt verlaagd tot onder circa 15
km/u (9 mpu).
De automatische activering van de parkeerhulp
kan worden in- en uitgeschakeld in het infotain-
mentsysteem:
●
Schakel het contact in.
●
In het infotainmentsysteem selecteert u
Instellingen > Parkeren en manoeu-
vreren.
●
Vink het vakje Automatische activering
aan.
●
OF selecteer in de functie Parkeerhulp de op-
tie Instellingen > Automatisch acti-
veren.
Als het systeem automatisch geactiveerd werd,
klinkt enkel een geluidssignaal wanneer de ob-
stakels aan de voorzijde zich op een afstand
van minder dan ongeveer 50 cm bevinden.
Als de parkeerhulp wordt uitgeschakeld via de
toets
, moet vervolgens als volgt te werk wor-
den gegaan om deze weer in te schakelen naar
automatische activering:
●
Schakel het contact uit en weer aan.
●
OF: sneller dan ongeveer 15 km/u (9 mpu)
vooruit rijden.
●
OF: de hendel in stand P zetten en eruit halen.
●
OF: de automatische activering in- en uit-
schakelen in het infotainmentsysteem.
1)
De RVC-toets wordt enkel getoond wanneer de achteruitversnelling is ingeschakeld.
172
Parkeren en manoeuvreren
Automatisch uitschakelen
●
Rijd sneller dan 15 km/u (9 mpu) vooruit.
●
OF: zet de keuzehendel in stand P.
Het geluid tijdelijk uitzetten
●
Druk op de functietoets
mentscherm.
>
Wisselen van beperkte weergave naar de
weergave op het volledige scherm
●
Schakel de achteruitversnelling in.
●
Druk op de figuur van de wagen in de be-
perkte weergave.
Wisselen naar het beeld van de achteruitrij-
hulp (Rear View Camera "RVC")
●
Schakel de achteruitversnelling in.
●
OF: druk op de functietoets RVC
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld,
hoort u een signaal ter bevestiging en het toets-
symbool licht op.
LET OP
De automatische inschakeling van de par-
keerhulp Plus werkt enkel indien u heel traag
rijdt. Als de rijstijl niet wordt aangepast aan
de omstandigheden, kan dit een ongeval met
ernstige letsels tot gevolg hebben.
Segmenten van de visuele indicatie
op het infotain-
Afb. 120
display van het infotainmentsysteem.
De optische weergave van de segmenten werkt
op de volgende wijze:
●
Witte segmenten: het obstakel bevindt zich
op meer dan ongeveer 30 cm, buiten het tra-
ject en tegen de rijrichting in. Ze worden ook
.
1)
getoond wanneer de elektronische parkeerrem
is ingeschakeld.
●
Gele segmenten: de obstakels bevinden zich
binnen het traject van de wagen en op meer
dan ongeveer 30 cm afstand.
●
Rode segmenten: de obstakels bevinden
zich op minder dan ongeveer 30 cm afstand.
Een richtspoor geeft het geplande traject naar
voren of achteren aan, volgens de ingescha-
kelde versnelling.
Weergave van parkeerhulp op het