Rijden met aanhangwagen
Koplampen afstellen
De voorkant van de wagen kan omhoog komen
wanneer de aanhangwagen is aangekoppeld
en het licht kan de andere weggebruikers ver-
blinden.
Pas de hoogte van de koplampen aan met de
lichtbundelhoogteverstelling van de koplam-
›››
pen
pag.
97.
1)
Bijzonderheden bij rijden met aanhangwa-
gen
●
Bij een aanhangwagen met oplooprem
eerst zacht, daarna snel remmen. Zo voorkomt
u remstoten door blokkerende wielen van de
aanhangwagen.
●
Door het gewicht van de combinatie wagen
en aanhangwagen vergroot de remafstand.
●
Wanneer u een helling afrijdt, schakel dan te-
rug (indien u de schakelbak of tiptronic-modus
van de automatische versnellingsbak gebruikt)
om de motorrem te benutten. Anders kan het
remsysteem oververhit raken en zelfs uitvallen.
●
Het getrokken gewicht en hoge totale ge-
wicht van de combinatie wagen en aanhang-
wagen wijzigen het zwaartepunt en de rijeigen-
schappen van de wagen.
1)
Dit is niet geldig voor wagens met Full LED-koplampen.
Rijden met aanhangwagen
Bagage opbergen
●
Als de trekkende wagen leeg is en de aan-
hangwagen beladen, is de verdeling van de la-
ding niet optimaal. In die omstandigheden dient
u uiterst voorzichtig en voldoende langzaam te
rijden.
Starten op een helling met aanhangwagen
Naargelang de gradiënt van de helling en het
totale gewicht van de combinatie wagen en
aanhangwagen kan het zijn dat u bij het weg-
rijden licht naar achteren gaat.
Om te starten op een helling met vastgekop-
pelde aanhangwagen, gaat u als volgt te wer-
ken:
●
Houd het rempedaal ingetrapt.
●
Handgeschakelde versnellingsbak: trap het
koppelingspedaal helemaal in en schakel de 1e
versnelling in.
Automatische versnellingsbak: zet de schakel-
knop in stand D/S.
●
Handrem aantrekken.
●
Laat het rempedaal los.
●
Begin langzaam te rijden.
Handgeschakelde versnellingsbak: los het kop-
pelingspedaal langzaam.
●
De handrem niet loslaten tot de motor vol-
doende aandrijfkracht heeft om het rijden te
starten.
WAARSCHUWING
Als u een aanhangwagen op verkeerde wijze
trekt, kunt u de controle over de wagen ver-
liezen met ernstige letsels tot gevolg.
●
Het rijden met aanhangwagen en het
transporteren van zware of grote voorwer-
pen heeft invloed op de rijeigenschappen en
vergroot de remafstand.
●
Rijd altijd verstandig en voorzichtig. Rem
sneller dan gebruikelijk.
●
De snelheid en de rijstijl aanpassen aan
het zicht, het weer, het wegdek en het ver-
keer. De snelheid verminderen, met name
wanneer u hellingen af rijdt.
●
Bijzonder voorzichtig gas geven. Plots rem-
men en bruuske manoeuvres vermijden.
●
Zeer goed opletten bij het inhalen. De snel-
heid meteen verlagen wanneer u merkt dat
de aanhangwagen slingert.
●
Probeer in geen geval de wagen met aan-
hangwagen weer "recht te krijgen" door te
accelereren.
●
Houd rekening met de maximaal toege-
stane snelheid in het land in kwestie voor
voertuigen met aanhangwagen; deze snel-
heid kan lager zijn dan die voor voertuigen
zonder aanhangwagen.
249