Beperkingen van het ACC-systeem
Afb. 105
Wagen in een bocht.
Motorrijder die voor u rijdt, buiten de actieradius
van de radarsensor.
152
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Afb. 106
Een voertuig wisselt van rijstrook.
Voertuig dat draait en een ander dat stilstaat.
Door de eigen limieten van het ACC-systeem is
het mogelijk niet in alle situaties geschikt.
SEAT beveelt aan om de functie niet te gebrui-
ken in onderstaande gevallen
●
Regen, sneeuw of dichte mist.
●
Rijden door tunnels.
●
Bij wegwerkzaamheden.
●
Trajecten met bochten, bijv. bergwegen.
●
Terreinrijden.
●
Overdekte parkeerplaatsen.
●
Wegen met geïntegreerde metalen voorwer-
pen, bijv. trein- of tramsporen.
●
Wegen met losse steentjes.
Let vooral op wanneer u ACC gebruikt in de
volgende situaties:
In bochten
De ACC merkt mogelijk de voorligger in de
bocht niet op of regelt de afstand tot voer-
tuigen die zich op andere rijstroken bevinden
›››
afb. 105
Voertuigen buiten het gebied van de sensor
In de volgende rijsituaties kan de ACC niet,
laattijdig of ontoepasselijk reageren:
●
Voertuigen die uit de lijn rijden of buiten
het detectiegebied van de sensor, bijvoorbeeld
motorfietsen
●
Voertuigen die naar uw rijstrook wisselen op
korte afstand van uw wagen
●
Voertuigen met ladingen of accessoires die
aan de zijkanten, achter- of bovenzijde uitste-
ken.
›››
:
Voorwerpen die niet worden gedetecteerd
De ACC-functie detecteert en reageert enkel
op voertuigen die zich in dezelfde richting ver-
plaatsen. Ze detecteert dus niet:
●
Personen
●
Dieren
●
Voertuigen die in tegengestelde richting rijden
of dwars kruisen
●
Andere stilstaande obstakels
.
›››
afb. 105
.
›››
afb. 106
.