Zichtbaarheid
Ruitenwisser voor en achter
Ruitenwisserhendel
Afb. 75
Bediening van de ruitenwisser en
ruitensproeier.
Hendel in de gewenste stand zetten:
Ruitenwissers uit.
0
Intervalwissen van de ruitenwisser of
1
activering van de regensensor. Het inter-
valwissen van de ruitenwisser wordt afge-
stemd op de snelheid waarmee u rijdt. Hoe
sneller u rijdt, hoe vaker er wordt gewist.
Langzaam wissen.
2
Snel wissen.
3
Tipwissen. Door langer te drukken op de
4
hendel wordt het wissen versneld.
100
Zichtbaarheid
Door aan de hendel te trekken wordt
5
het automatisch wassen van de wis-was-
automaat ingeschakeld. De Climatronic
schakelt de circulatie gedurende ongeveer
30 seconden in om te vermijden dat de
geur van de ruitensproeiervloeistof binnen-
dringt in het interieur.
Het intervalwissen van de achterruit
6
wordt ingeschakeld. De achterruitwisser
werkt ongeveer om de 6 seconden.
Door te blijven drukken op de hendel
7
wordt het automatisch wissen van de ach-
terruitwisser en -sproeier ingeschakeld.
Knop voor instelling van de duur van
A
de wisintervallen (wagens zonder sensor
voor regen- en lichtherkenning) of de ge-
voeligheid van de regensensor.
WAARSCHUWING
Indien niet voldoende bescherming tegen
bevriezing wordt toegevoegd aan de ruiten-
sproeiervloeistof, kan die bevriezen op het
glas en de zichtbaarheid beperken.
●
Gebruik de ruitensproeierinstallatie niet
bij winterse temperaturen zonder vooraf de
voorruit te verwarmen. De ruitenwisser zou
anders op de voorruit kunnen vastvriezen en
daarmee het zicht naar voren beperken.
WAARSCHUWING
Versleten of vuile ruitenwisserbladen vermin-
deren het zicht en verhogen het risico op on-
gevallen en ernstig letsel.
●
Vervang de bladen wanneer ze in slechte
staat verkeren, versleten zijn of de ruiten niet
›››
pag. 265
meer voldoende reinigen
LET OP
Voordat u wegrijdt of het contact inschakelt,
controleert u het volgende om schade aan
het glas, de ruitenwisserbladen of de ruiten-
wissermotor te vermijden:
●
De ruitenwisserhendel bevindt zich in rust-
stand.
●
Sneeuw of ijs dat zich aan de ruitenwissers
of op de ruiten heeft opgehoopt is verwij-
derd.
●
De bevroren ruitenwissers zijn voorzichtig
van de ruiten gehaald. SEAT beveelt daar-
voor een ontdooispray aan.
LET OP
Schakel de ruitenwisser niet in als de ruit
droog is. Door droog te wissen kan de ruit
beschadigd raken.
.