Indien het systeem geen reactie krijgt van de
bestuurder, gaat het naar passieve toestand.
Onafhankelijk van de stuurmanoeuvres wordt
via een indicatie op het scherm van het in-
strumentenpaneel en bijkomende geluidssigna-
len de bestuurder bovendien gevraagd om in
het midden van de rijstrook te rijden indien de
stuurcorrectie langer duurt dan redelijk.
Stuurwieltrilling
De volgende situatie kan aanleiding geven tot
het trillen van het stuur:
●
Tijdens een bruuske ingreep in de stuurinrich-
ting wordt de rijstrook niet langer herkend.
De stuurvibratie kan ook worden geselecteerd
in het menu Assistentie van het infotainment-
systeem. In dat geval gaat het stuur trillen zo-
dra de wagen met actieve Lane Assist een
gedetecteerde grens van een rijstrook over-
schrijdt.
Let op
Indien er een storing is in de rijstrookbehoud-
assistent, wordt het systeem mogelijk auto-
matisch uitgeschakeld.
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Bestuurdershulpsysteem (Travel Assist)
Oplossing van problemen
De rijstrookbehoudassistent is niet be-
schikbaar
Het controlelampje gaat geel branden. Op het
scherm van het instrumentenpaneel verschijnt
bovendien een melding.
●
Het gezichtsveld van de camera is vuil. Maak
›››
de voorruit schoon
pag.
●
Het zicht van de camera wordt beperkt door
accessoires of stickers.
●
Er is een storing of defect. Zet de motor uit en
opnieuw aan.
Het systeem gedraagt zich niet zoals ver-
wacht
●
De camera is niet goed afgesteld of bescha-
digd, bijv. door schade aan de voorruit. Contro-
leer of er zichtbare schade is.
●
Monteer geen voorwerpen op het stuur.
Indien het probleem zich blijft voordoen, ga dan
naar een gespecialiseerde werkplaats.
Let op
Na inschakeling van het contact kunnen en-
kele seconden verstrijken tot een storing in
het systeem is gedetecteerd.
Let op
Wanneer de rijstrookbehoudassistent niet
beschikbaar is, is ook het bestuurdershulp-
systeem (Travel Assist) dat niet.
Bestuurdershulpsysteem
(Travel Assist)
317.
Inleiding tot thema
Het bestuurdershulpsysteem (Travel Assist)
combineert de automatische afstandsregeling
(ACC) en de adaptieve rijstrookgeleiding. Bin-
nen de beperkingen van het systeem kan de
wagen een door de bestuurder ingestelde af-
stand tot de voorligger aanhouden en op de
voorkeurspositie binnen de rijstrook blijven.
Travel Assist gebruikt dezelfde sensoren als
de automatische afstandsregeling (ACC) en
de rijstrookbehoudassistent (Lane Assist). Lees
daarom aandachtig de informatie over de ACC
›››
pag. 147
houd rekening met de beperkingen en aanwij-
zingen van het systeem.
Hoe weet u of uw wagen beschikt over Travel
Assist
De wagen beschikt over Travel Assist indien het
multifunctiestuurwiel de toets
›››
en de Lane Assist
pag.
157, en
heeft.
159