Automatische versnellings-
bak DSG
Inleiding tot thema
De wagen is met een schakelbak met elektroni-
sche regeling uitgerust. De krachtoverbrenging
tussen motor en versnellingsbak gebeurt via
twee onafhankelijke koppelingen. Deze vervan-
gen de koppelomvormer van gebruikelijke auto-
matische transmissies en maken het accelere-
ren van de wagen zonder merkbare trekkrach-
tonderbreking mogelijk.
Met behulp van het Tiptronic-systeem kunnen
de versnellingen ook handmatig worden ge-
›››
schakeld
pag. 128, Versnellingen schakelen
in
Tiptronic-stand.
Standen van de schakelknop
Afb. 87
Keuzehendelvergrendeling.
126
Rijden
De keuzehendelstand wordt weergegeven
doordat het betreffende teken oplicht. Verder
wordt op het display de gekozen versnelling
aangegeven als de keuzehendel in een van de
handmatige standen M, D of S staat.
– Parkeervergrendeling
In deze keuzehendelstand zijn de aandrijvende
wielen geblokkeerd. De hendel mag alleen bij
stilstaande wagen in P worden gezet
Om de keuzehendel in en uit stand P te zetten,
moet de vergrendelknop worden ingedrukt en
tegelijkertijd het rempedaal worden ingetrapt.
– Achteruitversnelling
De achteruitversnelling mag alleen bij stil-
staande wagen en bij stationair draaiende mo-
›››
tor worden ingeschakeld
.
Voor het inschakelen van stand R de vergren-
delknop indrukken en tegelijkertijd het rempe-
daal intrappen. Bij ingeschakeld contact bran-
den de achteruitrijlampen als de hendel in de
stand R staat.
– Vrije stand
In deze stand staat de versnelling in de vrij.
Trap het rempedaal in om de hendel van stand
N naar D/S te brengen bij snelheden onder
3 km/u (2 mpu) of bij stilstaande wagen
– Permanente stand voor vooruitver-
snelling
De hendel in de stand D/S zorgt ervoor dat
de versnelling kan worden bediend in de stand
normaal (D) of sportief (S). Om de sportieve
stand S te kiezen, duwt u de hendel naar
achteren. Door deze nogmaals te verplaatsen,
keert u terug naar de stand normaal D. Op het
display in het instrumentenpaneel wordt de ge-
›››
.
kozen stand aangegeven.
In de stand normaal (D) kiest de versnellings-
bak de optimale verhouding. Deze is afhankelijk
van motorbelasting, rijsnelheid en dynamische
schakelprogramma (DSP).
De sportstand (S) moet worden gekozen voor
een sportieve rijstijl. Het vermogen van de mo-
tor wordt maximaal benut. Bij het versnellen zijn
de schakelfasen goed voelbaar.
Onder bepaalde omstandigheden (bijv. op
bergwegen) kan het beter zijn om tijdelijk de
tiptronic-functie in te schakelen
om de versnelling aan de wegomstandigheden
aan te passen.
Keuzehendelvergrendeling
De vergrendeling van de hendel voorkomt dat,
wanneer deze in de stand P of N staat, per
ongeluk een rijstand wordt ingeschakeld en de
wagen in beweging komt.
›››
.
›››
pag.
128,