Stoppen/parkeren
Bij het parkeren op vlak terrein is het voldoende
om de hendel in stand P te schakelen. Op hel-
lingen moet eerst de parkeerrem worden inge-
schakeld en vervolgens de hendel in stand P
worden gezet. Zo is het eenvoudiger om de
hendel uit stand P te halen bij het starten.
Als het portier aan bestuurderszijde wordt geo-
pend en de hendel staat niet in de stand P, kan
de wagen wegrollen. De volgende waarschu-
wing verschijnt op het display van het instru-
mentenpaneel:
Versnellingsbak: keu-
zehendel in rijstand!. Bovendien hoort u
een zoemer.
Bergaf stoppen
Trap altijd het rempedaal flink in om te voorko-
men dat de wagen wegrolt; schakel indien no-
›››
dig de handrem in
.
Accelereer niet in een rijstand om te voorkomen
dat de wagen naar beneden rolt
Bergop wegrijden
●
Handrem aantrekken.
●
Bij ingeschakelde rijstand gedoseerd gas ge-
ven en de handrem loszetten.
Automatische versnellingsbak DSG
WAARSCHUWING
Veiligheidsaanwijzingen
van de schakelknop op pag. 127
men.
●
Laat de remmen niet aanlopen en trap
het rempedaal niet te vaak of te lang in,
anders worden de remmen warm. Hierdoor
kan het remvermogen aanzienlijk verminde-
ren, de remweg toenemen of het remsysteem
zelfs helemaal beschadigd raken.
●
Wanneer u op hellingen moet stoppen, de
wagen met het rempedaal of de parkeerrem
tegenhouden.
LET OP
●
Bij het stoppen op hellingen niet proberen
om bij ingeschakelde rijstand en door gas
geven het wegrollen van de wagen te verhin-
deren. Hierdoor kan de automatische trans-
missie worden oververhit en beschadigd.
›››
●
Als u de wagen met afgezette motor en de
.
hendel in stand N laat rollen, wordt de au-
tomatische transmissie beschadigd, omdat
deze dan niet wordt gesmeerd.
●
In bepaalde rijomstandigheden of ver-
keerssituaties kan de versnellingsbak warm
worden en beschadigd raken! Als het contro-
lelampje
oplicht, stop de wagen dan zodra
daartoe de mogelijkheid bestaat en wacht
totdat de transmissie is afgekoeld
130
.
Rijden
›››
in Standen
in acht ne-
Kickdown
Met de kickdown kan met de versnellingsbak in
de stand D, S of in de Tiptronic-stand maximaal
geaccelereerd worden.
Als het gaspedaal helemaal wordt ingetrapt,
schakelt de automatische transmissie afhanke-
lijk van rijsnelheid en motortoerental naar een
lagere versnelling terug. Op deze wijze profi-
teert u maximaal van de acceleratie van de
wagen
Het opschakelen naar de volgende versnelling
gebeurt pas zodra het maximaal toegestane
toerental is bereikt.
Met de inertiestand kunnen bepaalde trajecten
worden afgelegd zonder het gaspedaal te ge-
bruiken, zodat brandstof wordt bespaard. Ge-
›››
pag.
bruik de inertiestand om de wagen op voor-
hand te laten 'uitrollen'.
●
Als de transmissie in het noodprogramma
werkt, ga dan direct naar een gespeciali-
seerde werkplaats om de storing te laten
verhelpen.
›››
.
WAARSCHUWING
Let op dat bij glad wegdek de aangedreven
wielen kunnen doorslippen als de kickdown
wordt bediend – slipgevaar!
Inertiestand
129